Paul Kemper vervangt in 1983 De Gaspiepe en speelt mee tot 2000.
==
Paul Kemper is zonder twijfel een van de meest toonaangevende gitaristen in de historie van Normaal. Aan ‘De Mealmoes’, een verwijzing naar het molenaarsvak van zijn opa, de zware taak zijn Britse voorganger De Gaspiepe op te volgen. Maar dat doet hij met verve.
Normaal heeft Paul al een tijdje in het vizier. Een talentvol gitarist uit de streek. Paul heeft als invaller al enkele optredens meegedaan, maar hij geeft de voorkeur aan zijn studie aan het conservatorium. Of crematorium, zoals hij het in zijn Normaal-tijd noemt. Waar De Gaspiepe furore maakt met diens bluesy stijl, blinkt Paul uit in veelzijdigheid. Rock, maar ook country-fingerpicking en zelfs klassiek. Een erfenis van zijn tijd aan het conservatorium.
‘Ik had in 1975 al eens meegespeeld. Dat was net na Lochem. Jan Kolkman was uit de band en ze vroegen me erbij. De rest van de jongens was eind twintig, ik begin twintig. Ik wilde op safe spelen en zei dat ik eerst naar het conservatorium ging. Maar een paar optredens invallen, was uiteraard geen probleem. Mijn debuut was in jongerencentrum Eucalypta in Winterswijk. Tevens het eerste optreden van Willem. Fantastisch vond ik het. Vooral zoals Ben tegen het publiek sprak, dat was uniek. “Is d’r hier nog een groupie in de zaal,” riep hij, waarop inderdaad een meid het podium op stapte.
Die zomer heb ik zes optredens meegedaan. Toen ik manager Joost Carlier eens vroeg wat hij ervan vond, zei hij: “Dat weet ik niet. Ik sta altijd met mijn rug naar de band, mij interesseert alleen
hoe het publiek reageert.” Haha, Joost was altijd bezig met het verzinnen van stunts om de boel te shockeren. Malcolm McLaren, de befaamde manager van de Sex Pistols, was zijn grote voorbeeld. Al dat soort voorvallen maakten grote indruk op mij.’
Twee jaar later volgt voor Normaal de grote doorbraak. ‘Normaal speelde als enige in die tijd dialectmuziek. Alexander Curly scoorde toen net een hit met Guus kom noar huus. Potverdorie, dacht ik, hij is Normaal voor… Gelukkig bleef het bij die ene hit en volgde kort daarna Oerend Hard. Prachtig vond ik dat.’
Het duurt echter nog een paar jaar voordat Paul bij de band komt. In 1983, vlak voor de veldtocht De boer is troef om precies te zijn. ‘Ze hadden me tussentijds nog eens gepolst, maar ik moest toen nog enkele bijvakken halen voor het conservatorium. Dat wilde ik eerst afmaken. Vervolgens haalden ze Alan erbij. Een fantastische gitarist vond ik hem. Later kwamen ze toch weer bij mij uit. Ik voelde me zeer vereerd. Twijfelde geen moment en heb meteen ja gezegd. Dacht aanvankelijk dat ik samen met Alan zou gaan spelen, maar uiteindelijk bleef ik als enige over. Op het conservatorium hebben ze me nooit meer gezien.’
==
==
Fokke de Jong volgt in 1989 Jan Manschot op. Hij vertrekt in 2003 naar De Kast, maar keert in 2005 weer terug op het oude nest.
==
Zijn Drentse roots leveren hem al snel de bijnaam Bartje op, ontleend aan dat illustere mannetje uit de tv-serie dat pertinent weigert te bidden voor bruine bonen. Fokke de Jong treedt in de voetsporen van Jan Manschot, die eind jaren tachtig na een zwaar motorongeluk de band vaarwel zegt. Fokke maakt nog een kortstondig uitstapje naar De Kast, maar is sindsdien weer de stuwende kracht achter Normaal.
Normaal komt hem op het spoor als hij met zijn toenmalige bandje Catfever in het voorprogramma speelt. ‘De jongens van Normaal stonden te koekeloeren aan de zijkant van het podium. Het was de klassieke manier om ontdekt te worden,’ zo herinnert hij zich zijn eerste kennismaking.
Een paar weken later wordt hij gebeld. ‘Of ik naar de Achterhoek kon komen. Jan Manschot was ziek en ze zochten een vervanger voor enkele weken. Tuurlijk wilde ik dat. Te gek, natuurlijk. Maar het bleek een smoesje. Na een of twee repetities kreeg ik namelijk ineens een contract onder mijn neus. Ik was helemaal verbouwereerd. Bleek dus dat Jan ermee ophield.’
Het eerste wat Fokke doet, is zo snel mogelijk verhuizen naar de beschaafde wereld: de Achterhoek. ‘Ik woonde in Groningen op kamers. Tja, in zo’n studentenstad betaal je traditioneel te veel voor woonruimte.’
Hij maakt de gouden jaren van Normaal mee. Maar na ‘veertien jaar en een maand’, zoals hij nauwgezet heeft bijgehouden, komt er een einde aan het avontuur. Doordat Ben het met het oog op zijn gezondheid rustiger aan wil doen, neemt het aantal optredens gaandeweg af.
‘Aangezien ik rond moet komen van de muziek had ik de jongens al eens gezegd dat ik langzamerhand noodgedwongen naar iets anders uit moest gaan zien. Met pijn in het hart, dat wel. Want ik had met Normaal een fantastische tijd meegemaakt.’
Er diende zich onverwacht een vacature aan. ‘Mijn buurman in Zelhem – een fan van zowel Normaal als De Kast, wat een zeer ongebruikelijke combinatie schijnt te zijn – wist me te vertellen dat De Kast op zoek was naar een drummer. Ik heb toen een mailtje gestuurd. In eerste instantie kreeg ik als antwoord dat ze liever een Fries hadden. Omdat je ook in het Fries mee moest zingen. Geen probleem, dat kon ik wel leren, antwoordde ik. Uiteindelijk werd ik uitgenodigd. In totaal zestig drummers hadden ze op auditie.
==
==
Allemaal Friezen. Maar na twee dagen waren ze er al uit en kreeg ik te horen dat de keuze op mij was gevallen.’
Illustratief voor de populariteit van Bartje is de reactie van de fans als het nieuws bekend wordt. De anhangers krijgen de onheilstijding door tijdens de laatste show van de theatertournee. ‘Ben vertelde het aan het eind van de voorstelling. Enige consternatie en boegeroep. Ach, dat begreep ik wel. De fans waren natuurlijk teleurgesteld.’
Lang duurt het avontuur met De Kast echter niet. Door het wegvallen van frontman Syb van der Ploeg zijn op dat moment de hoogtijdagen van de Friezen eigenlijk al voorbij. ‘Terwijl het onderling heel goed klikte.’
Intussen staat Fokke weer regelmatig met Normaal op de planken. Al heeft hij de Achterhoek verruild voor Friesland. Tegenwoordig woont hij vrijwel aan de rand van de Waddenzee.
Waar veel slagwerkers zich uitputten in ellenlange drumsolo’s heeft Fokke er de opmerkelijke gewoonte van gemaakt tijdens de show een mop te tappen. ‘Dat is als grap begonnen. Ik zei een keer tijdens een repetitie dat ik wel, in plaats van een drumsolo, een goede bak wilde vertellen. Ik was dus niet serieus, maar de hele band begon enthousiast te schreeuwen: te gek! Klasse, moet je doen. Nou, toen zat ik er dus aan vast.’
==
==
Kleinen Hendrik
==
Hij reist jarenlang mee in het kielzog van de band. Kleinen Hendrik, zijn echte naam is Hendrik Hietbrink (1924-2001) en hij vormt samen met ‘grote Hendrik’ Haverkamp (de alias van Henkie Wolters) het gezicht van Normaal. Ze zijn een soort mascotte, tijdens liveshows, maar ook tijdens tv-optredens.
Kleinen Hendrik doet zijn bijnaam alle eer aan. Klein van stuk, een glazen oog (gevolg van een ongeval in de houtzagerij) en een bril met enorm sterke glazen. Hendrik Hietbrink, vrijgezel uit het dorp, behoort tot het meubilair van De Pröhs. Voor de anhangers is hij het vleesgeworden boertje van het Achterhoekse platteland.
Van zijn ogen moet Kleinen Hendrik het niet hebben, hij vertrouwt vooral op hogere machten. Reden voor hem om zich zonder blikken of blozen in het verkeer te begeven. Ben: ‘Hij was zo blind als een peerd en had zo’n handaangedreven wagentje. Als Hendrik wegging bij De Prøhs reed hij zonder op of om te kijken de weg op. En als we er wat van zeiden dat hij op moest passen, antwoordde hij steevast: “Mien tied is pas gekommen als God dat wil”.’
Als Hendrik in de mist wordt geschept en langdurig met een heupfractuur in het ziekenhuis belandt, neemt Normaal samen met de verpleegsters het nummer Little Henkie Boy op.
==
==
==
Hendrik Haverkamp
==
Henkie Wolters is als zijn alter ego Hendrik Haverkamp een levende legende in Normaal-kringen. Vernoemd naar Hendrik Wonnink, een van de vele illustere dorpelingen die Hummelo in die dagen rijk is.
Iedereen kent hem als Henkie, maar Henkie is een boom van een kerel van een slordige twee meter. Hij is voor niets of niemand bang. De boerenzoon siert menig optreden van Normaal op, waarbij hij gewapend met hooivork over het podium banjert. Tegenwoordig komt hij sporadisch nog opdraven.
Hendrik heeft overigens nog zijn eigen Haverkampband gehad, waarmee hij in 1995 de cd Datkantochgaa’niet opnam. Uiteraard doet ook Ben een nummer mee. De Haverkampband bestaat nog altijd, maar Hendrik heeft de spotlights intussen vaarwel gezegd.
==
==
==
Abnormaal
==
In de loop der jaren staat Normaal met heel wat collega’s uit de showbizz op de planken. Een van de meest opmerkelijke vrijages is ongetwijfeld die met de Zangeres Zonder Naam. De Koningin van het Levenslied verliest in 1986 tijdens het tv-programma Wedden Dat een weddenschap. En verplicht zich daarmee tot het opnemen van een plaat met Normaal. De band reageert verrast en zegt vooraf niet te zijn ingeseind over de speciale wensen van de smartlappendiva.
Het wordt een vertolking van Rock around the clock, die terug is te vinden op het album Noar ’t café. Ben vindt de combinatie zo gek nog niet. ‘Hoewel we ==
in muzikaal opzicht misschien mijlenver van elkaar staan, is wat we met onze muziek willen een beetje hetzelfde: met muziek zonder fratsen en die we zelf goed vinden de fans een plezier doen. En ik denk dat mensen die zich met het levenslied bezighouden ongeveer hetzelfde tegenkomen als dat waar wij, met name in de beginjaren, tegenaan botsten.’ ‘Ik moest eraan geloven: rock-’n-rollen op mijn oude dag,’ aldus wijlen Mary Servaes.
==
==
Ben nu: ‘Het was tv en dús super doorgestoken kaart. We hadden het nummer weken van tevoren al ingespeeld, terwijl de Zangeres Zonder Naam het vervolgens in haar eigen studio had ingezongen. Later hebben we het samen op tv geplaybackt.’
Het blijft niet bij eenmalig vreemdgaan. In 1990 staan de rockers op de planken met Gert en Hermien, die vooral een reputatie hadden als het gaat om stichtelijke liederen. Twee grotere uitersten zijn op dat moment in de nederpop amper te vinden. Gert Timmerman laat vooraf in De Telegraaf weten dat hij moreel niet zoveel moeite heeft met de vele stripacts tijdens de optredens van Normaal: ‘Een dominee op een naaktstrand blijft toch ook een dominee, haha…’
De høkers zingen tijdens het gezamenlijke optreden het befaamde refrein ‘shalalali, shalalala’ enthousiast mee. Het evangelische paar krijgt de opgelaten vredesduiven op De Dam echter als een boemerang oerend hard terug. Het kost ze namelijk optredens in kerken.
Een ander abnormaal duo: Ben Jolink en Jan Smit. Samen vertolken ze op cd-single De Puik Idee Ballade, een variant op de befaamde Zuiderzeeballade. Waarbij Jan – toen nog Jantje – betekenisvol zingt: ‘Bennie kijk, ik vond op zolder een foto van wat rock-’n-roll bands. Een zooitje ongelikte beren. Is er eentje bij die je kent…?’
De populaire 3FM-deejay Giel Beelen laat in zijn ochtendprogramma veelvuldig weerman Opa Beelen opdraven met spitsvondige meteorologische bespiegelingen. Opa Beelen zou in Hummelo wonen en dus buurman van Ben zijn. Het leidt volop tot speculaties wie nu die Opa Beelen eigenlijk is. Het resulteert uiteindelijk in een duet tussen Giel Beelen en Normaal met de voor de hand liggende vertolking van M’n Opa.
==
Normaal Biertje
==
Het kan niet uitblijven. Als onbetwiste grootverbruikers krijgt Normaal een eigen biermerk. In 1982 ziet Normaal Pilsener het levenslicht.
Bier is in de beginjaren een van de eerste levensbehoeften voor de leden van Normaal. Vrijwel geen filmbeelden of foto zonder dat de overbekende beugelfles van een grote Achterhoekse bierbrouwer pontificaal in beeld komt.
En het is niet alleen voor het oog van de camera’s dat het glas wordt geheven, ook in het dagelijks leven wordt er stevig op los gepimpeld. De meeste bijeenkomsten ontaarden spontaan in wedstrijdjes om elkaar onder de tafel te zuipen. Waarbij Jan Manschot zich regelmatig tot de man met de langste adem ontpopt.
==
Grolsch voelt er weinig voor Normaal te sponsoren. ‘Jullie zuipen ons bier toch wel’, zo krijgen de heren te horen.
==
Een poging om huisleverancier Grolsch als sponsor te strikken loopt jammerlijk op niets uit, onder meer vanwege de strenge regels die in de reclamecode worden gehanteerd. Maar ook omdat de bierbrouwer imagoschade vreest. Grolsch ziet er ook om een andere reden geen heil in. ‘Jullie zuipen ons bier toch wel’, zo krijgen de heren te horen.
Normaal laat het er niet bij zitten en besluit voortaan uit een ander vaatje te tappen. Er wordt een contract getekend met het Limburgse Gulpener Bier, dat voortaan de flesjes Normaal Pilsener afvult. Waarbij Froeling meteen in de contracten met zaalhouders laat opnemen dat in de kleedkamer Normaal Pilsener voor de bandleden klaarstaat. Het bier is – uiteraard – te bestellen via het management.
Behalve dat de distributie te wensen overlaat waardoor het gerstenat lastig verkrijgbaar is, valt het Normaal Pilsener niet echt in de smaak. Zodoende is het uiteindelijk geen lang leven beschoren. Nadat het met veel bombarie was gepresenteerd, verdwijnt het stilletjes weer van de markt. In ’86 volgt een tweede poging met zogenoemd Pötjesbier, waarbij het bier in een curieuze fles zit. Motto: ‘Zo uut ’t pøtje deur ’t strøtje’. Het loopt jammerlijk op niets uit.
In 1993 volgt een ultieme poging, ditmaal met Normaal Bier. Maar de heren blijken toch heel wat meer bedreven in het consumeren van het blondschuimend bier dan het vermarkten ervan.
Ben: ‘We vonden het goed voor de publiciteit, maar we leden ieder jaar fors verlies op dat eigen bier. Godzijdank klopte Amstel aan. Dat was in het jaar dat Grolsch het contract voor de Amsterdam Arena voor moederconcern Heineken wegkaapte. Ha, dachten ze bij Heineken, nu zullen we Grolsch eens terugpakken en besloten ze ons te sponsoren. Dat kwam ontzettend goed van pas. In plaats van dik geld bij te moeten leggen, hielden we er nu tenminste aan over.’
Naast een kortstondige vrijage met Amstel is Normaal al jaren weer terug bij z’n eerste grote liefde.
==
==
De rellen en stunts
Geen band in ons land die zoveel rellen en stunts op het repertoire heeft als Normaal. Bewust of onbewust veroorzaakt. De vliegende start van de band is zelfs te danken aan zo’n incident. Nadat tijdens het tv-debuut achter de coulissen een van de spiegels sneuvelt en de boel compleet uit de hand loopt, zijn het deze scherven die geluk brengen.
==
Normaal is op slag even beroemd als berucht. Net als platenbaas Johnny Hoes wrijft manager Joost Carlier zich opgetogen in de handen. Hij huldigt namelijk het adagium dat het niet gek genoeg kan gaan: ‘Het is allemaal veel te tam,’ port hij zijn mannen regelmatig op om voor wat leven in de brouwerij te zorgen.
Maar Carlier heeft eigenlijk niet te klagen. Vooral die allereerste rel tijdens het tv-debuut voor de opnamen van Avro’s Toppop gaat de boeken in als een van de meest roemruchte in de toch al bloemrijke historie van Normaal. De rel aller rellen.
De stemming is die dag van meet af aan grimmig. Vooral omdat de heren eerst ’s ochtends het glas heffen op de nakende kennismaking met Hilversum en derhalve in een balorige bui verkeren. Bovendien reizen ze bepaald niet zonder vooroordelen over de Gooise Matras af richting het westen.
De assistent-floormanager, die de rotzooi van rondslingerend stro op moet ruimen, maakt luidkeels kenbaar dat ze daarvoor niet is opgeleid. Als ze de band uitmaakt voor ‘kapsonesboeren’ – of woorden van gelijke strekking – slaat de vlam definitief in de pan. De dame in kwestie doet later zelfs aangifte van aanranding. Ben: ‘We scholden haar uit voor knakentemeier. We hebben haar ook nog een beetje geduwd, moet ik toegeven, maar poging tot aanranding…’
Terug in de kleedkamer spoort Hugo Jaartsveld, huisfotograaf van het eerste uur, de mannen aan een spiegel kapot te trappen. Als ze dat weigeren, trapt Hugo zelf maar tegen een gitaarkoffer en doet het glas barsten. Hij heeft zijn begeerde foto.
Wanneer de mannen de studio uitlopen, sneuvelen er onderweg nog wat lichtbakjes. ‘Een tikkeltje verdraaid,’ beweren ze naderhand. Als ze even later het terrein af willen rijden, probeert een portier in uniform de auto tot stoppen te dwingen. Maar de man wordt vol gas bijna ondersteboven gereden en moet springen voor zijn leven. Omdat de portier volgens de overlevering een berucht heilgebaar maakt, roept Ben hem, hangend uit het raam toe: ‘Aan de kant, Adolf.’ Het incident wordt de volgende dag breed uitgemeten in de pers. De ganse natie praat erover mee. Anderhalve ton schade, poging tot doodslag en poging tot aanranding, meldt het journaille. Normaal staat op de kaart.
Ferdi: ‘Er heerste destijds in het land aversie tegen Normaal. Collega-musici vonden het vaak muzikaal niet interessant. Terwijl wij op onze beurt niets moesten hebben van al dat pseudo-intellectuele geneuzel van bands als Alquin en Supersister. Vandaar ook al die baldadigheid in die dagen.’
==
‘We waren voortdurend bezig met het verzinnen van stunts. We wilden onszelf opstoten in de vaart der volkeren.’
==
Hoewel de rel met de gebroken spiegel Normaal spontaan overkomt, ontpoppen ze zich vervolgens tot ware meesters in het regisseren van incidenten. Ben: ‘We waren voortdurend bezig met het verzinnen van stunts. We wilden onszelf opstoten in de vaart der volkeren.’
En dat gebeurt met een fikse portie boerenslimheid. Wanneer er deining ontstaat over een varkensrace in het Twentse Bentelo verschijnen de Normaal-leden prompt aan de start. Na afloop van de Tour de France stappen de heren bij de wielerronde van Twello op de tandem voor een prominentenrace met onder anderen wielerlegende Joop Zoetemelk. En Ben haalt de roddelbladen met ontboezemingen dat de band tijdens een trip naar Afrika aan seksuele onthouding heeft gedaan omdat ze ‘als de dood zijn voor aids’.
‘Met de simpelste dingen scoorden we soms de meeste publiciteit,’ zegt Willem. ‘En dan kregen we naderhand wel eens kritiek van mensen die zeiden van: ja, zo kan ik het ook. Nou, doe het maar eens. Je moet er vaak maar net op komen.’
Maar soms hoeft de band er niets voor te doen en komt alle heisa gewoon aangewaaid. Enkele jaren eerder haalt een rondgestuurde brandbrief, gedateerd 19 november 1975, van de stichting Jeugden Jongerenwerk Eibergen uitgebreid de pers. In de gewraakte brief worden alle jeugd- en jongerencentra in Gelderland en Overijssel gewaarschuwd voor het gevaar Normaal.
‘De liedjes die zij in het dialect ten gehore brengen zijn dusdanig grof en platvloers – het woord weerzinwekkend is misschien beter op zijn plaats – dat dit ondanks de gewijzigde normen van de laatste jaren de normen van het toelaatbare verre overschrijdt. De groep biedt aan te spelen tegen opbrengst van entreegelden zonder uitkoopsom, zodat clubhuisleidingen er wellicht gemakkelijk toe over gaan de groep een avond te laten spelen. Wij achten het gewenst dat u de instellingen in de regio die wel eens gebruikmaken van feestbands, waarschuwt voor deze groep,’ zo staat er in de brief.
De reactie van Normaal is kort en bondig: geheel in stijl wordt de brief afgedrukt in het fanclubblad en met een viltstift voorzien van het commentaar Drietbuul’n!.
Als Normaal speelt in het feestgebouw in Aalten dat plaats moet maken voor het nieuwe gemeenschapscentrum De Pol, laat Carlier affiches drukken met de tekst ‘Wordt het feestgebouw dan eindelijk afgebroken?’ Dat is niet aan dovemansoren gericht. De fans nemen alvast een voorschot op de werkzaamheden.
Willem, overigens ingezetene van Aalten: ‘Nou, dat wás wat die avond. De wc-potten werden van de vloer gerukt, leidingen lagen los, radiatoren vernield. En er lag werkelijk zo’n laag glas,’ zegt hij, terwijl hij zijn handen een slordige dertig centimeter van elkaar houdt. ‘Ik stak even mijn hoofd buiten de deur. Kabam! Had meteen een dreun te pakken.’
De slopershamer hoeft er nadien alleen nog maar aan te pas te komen om de laatste restanten van het pand tegen de vlakte te werken.
Manager Joost Carlier laat zich ook niet onbetuigd. Hij zorgt ervoor dat de uitreiking van de eerste gouden plaat voor debuutelpee Oerend Hard niet onopgemerkt voorbijgaat. Platenbons Johnny Hoes en zijn familie zijn er hoogstpersoonlijk voor naar de Achterhoek afgereisd. Juist op het moment suprême wordt discotheek De Woage in Halle, waar het festijn plaatsheeft, door een vermeende stroomstoring in het duister gehuld. Nadat het podium met een donderend geraas in elkaar stort, flitsen de lampen weer aan. Johnny Hoes en de bandleden rollen over de grond. Een ideetje van Carlier, die de roadies had geïnstrueerd om met een ruk aan een touw de bühne op het juiste moment te doen bezwijken. Voor het oog van de vaderlandse pers en de snorrende camera’s, uiteraard.
Ferdi: ‘Alles was van tevoren zorgvuldig uitgekiend. Niemand raakte gewond. Johnny Hoes was op dat moment immers al een man op leeftijd.’
Vooral in de beginjaren moedigt Ben tijdens de losbandige optredens de bierconsumptie luidkeels aan. Bier behoort nu eenmaal tot de eerste levensbehoeften voor de rock-’n-roll. Maar het gaat meermalen mis als fans op de terugweg van een optreden bij ongelukken betrokken raken; in een enkel geval zelfs met dodelijke afloop.
Ook in een ander geval gaat het op tragische wijze mis. In die dagen heeft de band een vrachtwagen met op de achterzijde een doodskop geschilderd, met daaronder de tekst Kiek Uut Normaal. De truck staat geparkeerd langs de kant van de weg in Harreveld, bij het huis van de chauffeur, wanneer iemand in het donker met zijn motor er achterop klapt en zich te pletter rijdt. Met een BSA nota bene. Willem: ‘Vreselijk natuurlijk. De volgende dag is die doodskop meteen overgeschilderd.’
Voor Ben zijn de ongelukken aanleiding om op de rem te trappen en tijdens de optredens het overmatige drankgebruik voortaan wat minder uitbundig te propageren. Niettemin is de toon gezet. Meerdere keren komt het voor dat burgemeesters optredens willen verbieden vanwege de manier waarop het er tijdens de optredens aan toegaat.
In 1979 wordt in Hoogeveen een optreden verboden. De burgemeester ziet de komst van de Achterhoekers bepaald niet zitten. Een groep fans gaat daarop met spuitbus op pad en bekladt uit protest gebouwen, waaronder enkele kerken.
Normaal stapt naar de rechter en vecht het uit tot aan de Hoge Raad. Het hoogste rechtscollege in ons land oordeelt uiteindelijk dat de vergunning ten onrechte is geweigerd. Een precedent is geschapen. Drie jaar later krijgt Normaal daarom wel een vergunning om er te spelen. Het loopt echter compleet uit de hand. Een twintigjarige bezoeker wordt neergestoken en overlijdt. Er vallen acht gewonden. Het incident doet zich vele uren na het optreden voor (Ben: ‘Toen de band thuis allang lag te slapen.’), maar het is koren op de molen van de criticasters. In Nunspeet valt een zwaargewonde bij een steekpartij. Normaal is er de eerstvolgende jaren niet meer welkom.
De incidenten komen hard aan bij de mannen. Het mag er dan ruig aan toegaan tijdens de shows, dergelijk leed is het allerlaatste wat ze willen.
Maar Jolink en zijn mannen komen ook op andere wijze in het nieuws. Normaal weet als geen ander in te springen op de commotie die in die jaren vrijwel structureel ontstaat wanneer de komst van de band wordt aangekondigd. De burgemeester van Valkenburg verbiedt een optreden omdat – naast het optreden van Normaal – ook een show wordt aangekondigd van een topless damesorkest en enkele schaars geklede vrouwen, die het in een moddergevecht tegen elkaar op zullen nemen. De rechter oordeelt echter dat het toch door mag gaan.
De pastoor van de Werenfriduskerk in Zieuwent komt in het geweer omdat op de nieuwste kerst cd-single Maria met blote borsten bij een kerststal staat afgebeeld. Normaal zou tijdens een aangepaste kerkdienst enkele liedjes ten gehore brengen ten bate van een inzamelingsactie voor het lekkende kerkdak. Het geplande optreden wordt bij het ontwaren van het cd-hoesje met een topless Maria acuut afgeblazen.
Een Amsterdams fotomodel sleept Normaal voor de rechter. Nadat ze zich heeft laten vereeuwigen op de motor met Ben en Hendrik Haverkamp is ze des duivels als de foto zonder haar toestemming opduikt in een erotisch getint blaadje. In kort geding worden manager Froeling en de fotograaf veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van vijfduizend gulden. ‘Naaktmodel pakt Normaal’, luidt een van de koppen.
==
==
In 1984 ontstaat opschudding over de single Politiek, waarin Normaal met z’n inmiddels welbekende fijnzinnige bespraaktheid uithaalt naar de parlementariërs op het pluche. ‘Op seks beluste dronkaards en zakkenvullers’. Het leidt tot een boycot door meerdere zenders. Als radiocoryfee Frits Spits (‘heel goedkoop, nutteloos geschreeuw en botte grappenmakerij’) zich kritisch uitlaat over de single, leidt dat weer tot een tirade van Ben: zijn specialiteit. De radioboycot die volgt, werkt averechts. De plaat mag dan in de ether niet te horen zijn, het vinyl vliegt als zoete broodjes over de toonbank. Platenmaatschappij wea spreekt zelfs van ‘een van de grootste krakers in het hele Normaal-repertoire’.
Ben: ‘Het is later trouwens weer helemaal bijgelegd met Frits Spits. Ik ben nog meerdere keren bij hem in de studio geweest. Natuurlijk schreeuwde ik moord en brand toen onze plaat werd geboycot. Nu zeg ik dat Spits voor een deel eigenlijk wel gelijk had. Het was toch wel een ongenuanceerd, cynisch afzeikstukje van onze kant. Maar al die pr kwam ons uiteraard goed uit.
==
Ben over de censuur: ‘We waren dol op die piepjes op de radio al riepen we dat we het een schande vonden.’
==
Net zoals onze nummers meermalen werden gecensureerd. “Een eenvoudige boerenpiiieeep”, bijvoorbeeld. We waren dol op die piepjes op de radio. Daar bewezen ze ons een enorme dienst mee. Een geschenk uit de hemel vonden we het. We riepen om het hardst dat we het een schande vonden, maar intussen deden we dat met een innerlijke glimlach en handenwrijvend.’
En dan is daar nog burgemeester Cootje van Beukering-Dijk van Terschelling die in de zomer van 1989 haar eiland tot verboden gebied verklaart. Zij vreest dat de lokale politiemacht niet berekend is op eventuele ongeregeldheden.
Ben en consorten laten zich inschepen en gaan hoogstpersoonlijk op de thee bij de ‘burgermoeder’. Haar voornaamste reden: ze vreest dat een beruchte motorbende in het kielzog van de band de oversteek zal maken.
‘We werden uitgenodigd bij de burgemeester,’ zegt Willem. ‘Kregen allemaal een glaasje melk. Ja, melk. We hadden voor haar de “Ik vuul mien zozozo-trofee” meegenomen. Een trottoirband met een tegel. Een gevaarte van een kilootje of zestig. Dat legden we op haar bureau. Allemaal krassen erop.’
==
==
Er wordt een compromis gesloten. Normaal krijgt een vergunning op voorwaarde dat de band een eigen ordedienst meebrengt. De burgemeester wordt na afloop benoemd tot lid van ‘Het Gilde van de Gulden Greep’, een gezelschap dat ooit is opgericht ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de band (‘met als doel enig licht in deze toch al duistere tijden te brengen’). De vaderlandse media storten zich in deze hoogtijdagen van de komkommertijd massaal op de affaire.
Het veelbesproken optreden vindt uiteindelijk alsnog doorgang. Ben: ‘Als we geen toestemming hadden gekregen, hadden we opgetreden onder de naam Halvu (Høkers Aller Landen Verenigt U, red.), de naam van ons eigen voetbalteam.’
Want Normaal heeft een noodscenario achter de hand. Terwijl de onderhandelingen met de burgemeester nog in volle gang zijn, heeft de band namelijk in het diepste geheim voor het gezelschap Halvu bij feestzaal De Rustende Jager een vergunning aangevraagd én gekregen. Ook juridisch heeft de band zich ingedekt. De naam Halvu is officieel bij de notaris vastgelegd. In de auto’s van leveranciers die de winkeltjes op het eiland bevoorraden met levensmiddelen worden de instrumenten het eiland op gesmokkeld.
Wanneer het optreden in amusementsgebouw Dellewal door de politie zou worden afgebroken, zou de band binnen de kortste keren bij De Rustende Jager de show vervolgen. Waarbij Normaal incognito, kaal in dit geval, het podium zou betreden.
Maar het blijkt dus uiteindelijk alle-maal niet nodig. De vier man sterke politiemacht hoeft niet eens in actie te komen en burgemeester Cootje komt zelfs hoogstpersoonlijk nog even een kijkje nemen. Het gaat er allemaal heel gemoedelijk aan toe.
Ben, die het optreden die avond kaal, met een plastic muts over zijn hoofd, begint: ‘Alle ellende was begonnen omdat de burgemeester bang was dat een bepaalde motorclub het optreden bij zou wonen. Maar die waren niet eens van de partij. Ze hadden namelijk de laatste boot gemist…’
==
==
Ben en zijn mannen zijn er telkens als de kippen bij om met ludieke stunts olie op het smeulende mediavuur te gooien. De aftrap voor de veldtocht ’92 wordt gegeven in nachtclub Baccara, te midden van bubbelbadende dames.
Paul Kemper: ‘Op de terugweg reed Ben in Zelhem zo’n kastje omver. Half Zelhem zonder kabel-tv.’
En geen enkele journalist zal zich na een bezoek aan Normaal ooit hebben kunnen beklagen dat hij of zij met een blocnote zonder prikkelende citaten weer huiswaarts is gestuurd. In een tijdperk dat de term oneliner nog niet eens is uitgevonden, schudt Ben ze reeds achteloos uit zijn mouw.
Ben in De Høkbiebel: ‘Het aardige van Normaal is dat we om de een of andere reden altijd van de ene in de andere gebeurtenis rollen. De ideeën voor Normaalnummers ontstaan in het gewone dagelijkse leven. En dat wij soms opvallen kan ook veroorzaakt worden door het onopvallende bestaan van anderen. Wij verzinnen écht niet dat ons optreden op Terschelling gevaar zou kunnen opleveren omdat er te weinig politie op het eiland is. Dat bedenkt een burgemeester. Vervolgens halen we de publiciteit omdat we aanbieden met eigen agenten naar Terschelling af te reizen en de burgemeester een handje te helpen. Normaal is gewoon creatief in dat soort zaken.’
De nationale eer van ons land is later in het geding wanneer Normaal zichzelf beschikbaar stelt voor het Eurovisie Songfestival van 1992 in Zweden. Vooral als manager Martin Jansen tijdens een radio-uitzending op weinig subtiele wijze vraagtekens plaatst bij Willeke Alberti, wier naam wordt genoemd als mogelijke kandidate namens ons land. Of, zoals hij dat in zijn bewoordingen stelt: ‘Wat moet Nederland nou met zo’n oude gebaksdoos?’
Ben: ‘Ik ben beslist geen liefhebber van de muziek van Willeke Alberti, maar dat deed me toch zeer. Willeke is een aardig mens. Dat Jansen tegen het songfestival trapte, vond ik wel leuk want Nederland maakt zichzelf ieder jaar opnieuw belachelijk. Tot op de dag van vandaag. Daarmee had Jansen wel een punt. Maar om nou zo tekeer te gaan tegen Willeke Alberti… Toen ik haar later nog eens tegenkwam heb ik persoonlijk mijn excuses aangeboden. Ik zei dat ik het allemaal niet bedacht had. Of ze er begrip voor had? Nooouuu… Ze deed het lachend af, maar ze vond het overduidelijk niet leuk. En ja, waarom zou ze mij op mijn woord moeten geloven? Iedereen dacht immers dat ik erachter zat. Zoals ik achter de meeste stunts en ideeën zat.’
Normaal mobiliseert intussen alle fans. De anhangers worden opgeroepen de Nederlandse organisatie van het Songfestival te bestoken met brieven met het verzoek om Normaal namens ons land uit te zenden.
De band gaat vooruitlopend daarop alvast twee dagen ter plaatse poolshoogte nemen. Om na te gaan of het Songfestival wel wat voor hen is. Ben: ‘We keken bijvoorbeeld of de kleedkamer groot genoeg was. Maar dat was-ie niet, zeiden we brutaalweg. We waren immers een complete band. En we lieten weten dat we ook niet van het orkest gebruik wensten te maken. Nou, ze wisten niet hoe ze het hadden.
Wat een ongelooflijk duur land trouwens, dat Zweden. We bestelden er drie Akvavit (een berucht sterk drankje, red.) en drie bier. Eerst kwam die barman de Akvavit brengen. Vervolgens vroeg hij voor wie het bier was. Dat was dus ook voor ons. Die man kreeg het haast te kwaad. Zo’n bestelling had hij nog nooit meegemaakt.
Geen wonder dat de mensen in dat land óf alcoholist óf geheelonthouder zijn. En werkelijk álles is er duur. We maakten een rondje door de stad en verwonderden ons over de prijzen. Tot we op een gegeven moment voor een etalage stonden. Goh, de prijs voor dat kostuum viel nog wel mee, zeiden we tegen elkaar. Omgerekend 150 gulden. Tot we nog eens wat beter keken. We stonden voor een stomerij. Dat bedrag was je alleen al kwijt om het pak schoon te laten maken…’
Ben en zijn gevolg hangen Malmö vol met Normaalposters. De actie blijft bepaald niet onopgemerkt bij de Zweedse pers. De landelijke kranten berichten erover en Ben moet op de Zweedse radio zijn verhaal doen.
Fokke de Jong, die intussen de plaats van Jan Manschot heeft ingenomen: ‘Tjonge, dat zou een stunt zijn geweest wanneer wij zouden zijn uitgezonden. Tegenwoordig kan het niet gek genoeg tijdens het Songfestival, maar in die dagen ging het er allemaal nog heel gezapig aan toe. We hadden al bedacht dat we de eerste tien seconden een heel keurig liedje zouden spelen. Daarna zouden we onze kleren uitgooien en in een hempie met tattoos ’t Is kloot’n hier inzetten.’
Ben: ‘Het was uiteraard één grote pr-toestand, maar we wilden wel degelijk een statement maken. Nederland maakt zich jaar na jaar te schande met belachelijke inzendingen. En dat is het werk van Conamus, of Kontanus zoals ik het noem. Die stichting is opgericht ter promotie van de Nederlandse muziek. Daarvoor heeft ze een percentage van de Buma/Stemra-gelden tot haar beschikking, een gigantisch bedrag. En vervolgens wordt dat dus besteed aan pak ’m beet de kleding van De Toppers. Nou, dát is een geruststellend idee. Dat is gvd nog eens welbesteed geld, of niet dan? Dat De Toppers van míjn geld in die kleding worden gestoken. Of neem nu dat ‘Shalalie’. Toen ik dat in het Journaal zag, dacht ik eerst dat het om die oude hit van Gert en Hermien ging. Alle duiven op De Dam…
We zijn destijds behoorlijk tekeergegaan, maar tot op de dag van vandaag sta ik er nog steeds achter. Het Eurovisie Songfestival is verworden tot een nationaal schandaal. Het is één grote beschamende vertoning.’
Een ander sterk staaltje van rockmarketing is – wat is gaan heten – ‘het plasincident’. Na een feestje in januari 1995 net over de grens in het Duitse Oeding, dient zich op de terugweg hoge nood aan. Besloten wordt tot een sanitaire stop bij de grensovergang Kotten, buurtschap van Winterswijk. De heren ledigen hun blaas tegen een woning, in de veronderstelling dat het om een verlaten grenskantoor gaat. Als even later vuurpijlen en een zware vuurwerkbom de nachtrust verstoren, bellen omwonenden de politie met de verontrustende mededeling dat er wordt geschoten bij de nabijgelegen seksclub La Rose.
Willem: ‘We waren een dagje op pad geweest. Naar een Duitse boerderij. Van Bauer Ewald. Daar kon je lekker eten. Bovendien hadden we flink wat ingenomen. Een maat van Ben was ook mee die dag. Hij dacht dus dat het een leegstaand huis was waar hij tegenaan stond te pissen, maar er woonden mensen. Die man kwam naar buiten en liet zijn bouvier los. Toen was het hommeles. Ben had wat vuurwerk bij zich en na een hoop knallen en geknetter reden we verder.’
De politie zet de achtervolging in. Ter hoogte van Zelhem worden de wildplassers staande gehouden en op de bon geslingerd. Willem: ‘We wilden eigenlijk met z’n allen naar bordeel ’t Oude Haasje bij Haaksbergen, maar het sneeuwde en hagelde. Uiteindelijk gingen we daarom toch maar richting Achterhoek. Waar we dus staande werden gehouden. Het enige wat die agenten wisten, was dat iemand met een rode jas tegen dat huis had staan te urineren. Nu droeg Paul die avond een rode jas. Hij dreigde te worden meegenomen naar het bureau, maar uiteindelijk liep dat met een sisser af.’
De volgende dag reist de voltallige band naar het politiebureau van Winterswijk om hun excuses aan te bieden. Met een enorme taart én uiteraard het vaderlandse journaille in het kielzog. Wat begint als een onschuldig akkefietje wordt opgeblazen tot een affaire van nationale importantie. ‘We hebben er nog een carnavalssingle over gemaakt,’ zegt Willem. ‘Met als titel Wi-j goat noar Winterswiek (onder de naam de Halvu Hoeliguns, red.). Waarin alle avonturen van die avond nog eens werden bezongen.’
De laatste jaren lijkt het er wat milder aan toe te gaan. De mannen worden ook een dagje ouder en lijken hun wilde haren te hebben verloren. Al komt in 2006 de SGP in Staphorst nog wel in opstand tegen een gepland optreden in die plaats. De streng christelijke partij wil met een kruistocht Normaal buiten de gemeentegrenzen houden, ondermeer vanwege de alcohol en het taalgebruik. Ben: ‘Waar ik dan wel weer respect voor had, was dat de SGP-wethouder voor de tv-camera’s met mij de discussie aanging.’
==
Het aantal muzikale voorbeelden van Ben is legio. Maar zijn allergrootste inspirator op tekstueel gebied is toch wel De Pröhs, de markante eigenaar van De Tol. Dit dorpscafé in de buurtschap De Wittebrink dient jarenlang als uitvalsbasis voor Normaal.
==
Die allereerste kennismaking met Bennie Praastink, zoals De Pröhs bij de burgerlijke stand staat ingeschreven, staat in Bens geheugen gegrift. ‘We maakten een wandeling op zondagmiddag. Mijn toenmalige vrouw Anneke en ik, samen met Ferdi en Lida. Met Ferdi zat ik toen al in een bandje, maar het was nog niet allemaal super-serieus. Twee kinderwagens, twee schurftige hondjes.’
‘We zaten daar in een hoek van het café. Stelletje van die hippies, in hippiekleding. De jongens die er zaten kende ik uit het dorp. Ik ken hun namen nog. En het sprekken dat ze deden, ging niet altijd even christelijk, daar op die zondagmiddag. Er zat een echtpaar aan een tafeltje wat te drinken. Dat verliet op een gegeven moment het pand. Duidelijk vanwege het taalgebruik. Er stonden nog twee glazen op tafel. Eén vol, één halfvol. De Pröhs kwam eraan, pakte ze op en goot de inhoud naar binnen: “Zo, de kladden (restjes, red.) bunt veur de caféholder.” Ik was totaal beduusd. Geweldig, vond ik dat.
Toen nam ik me al voor: daar ga ik morgen weer naartoe. Maar dan in mijn eentje, zonder de hippiefamilie. “Ie bunt er toch ene van Jolink?,” vroeg hij die volgende dag. Het ijs was meteen gebroken. Na de eerstvolgende repetitie nam ik de rest van de band mee naar De Pröhs. Wilde ze beslist kennis met hem laten maken.’
De Pröhs is in de daaropvolgende jaren een enorme bron van inspiratie. ‘Niet zozeer als het gaat om de identiteit die we ons toen verwierven, maar hij was wel goed voor een enorme hoeveelheid teksten. Een geweldige kerel, met een explosieve hoeveelheid verhalen en onnavolgbare humor.’ De cliëntèle hangt aan zijn lippen, wanneer De Pröhs weer eens op de praatstoel plaatsneemt. ‘Hij kon prachtig vertellen. En acteren vooral. Als hij zijn verhalen opdiste, kon hij daar een hele middag over doen en had hij het hele café nodig.’ Ben staat op en doet voor hoe de kroegbaas zijn hele lichaam gebruikte om zijn woorden kracht bij te zetten. En wanneer De Pröhs niet bezig is met het voordragen van anekdotes, is hij wel druk met zijn geheime zender, motorracen en het stropen. Hij krijgt naar verluidt uiteindelijk zelfs een jachtakte omdat de moedeloze boswachter er maar niet in slaagt hem te betrappen. Zijn lijfkreet: ‘As ’t mag, is d’r niks an!’
De Pröhs wordt slechts 56 jaar oud. Op 11 juli 1985 rijdt hij met zijn auto tegen een lantaarnpaal. Vermoedelijk getroffen door een hartstilstand achter het stuur. Hij wordt door de bandleden van Normaal naar zijn laatste rustplaats gedragen. Dat was De Pröhs’ laatste wens.
==
Bennie Migchelbrink is het stille, maar o zo effectieve tekstuele brein achter de schermen van Normaal. Samen met plaatsgenoot Bennie is hij verantwoordelijk voor menig Normaalklassieker.
==
Hij wordt begin jaren tachtig, nadat Ferdi de band heeft verlaten, gevraagd een keer bij Ben langs te komen. En hoewel de voormalig drummer van De Stèakers voornamelijk de man van de teksten is, wordt er een nieuwe koers ingeslagen. De boerenrock wordt vanaf nu steeds vaker vermengd met feestmuziek, Egerländer en onvervalste hoempapa.
De eerste avond dat hij met Ben rond de tafel gaat, is het meteen al raak. ‘Ik geloof dat we Mama woar is mien pils? en Oh oh, Bennie wat dom geschreven hebben,’ vertelt hij in de Anhangerschapbode, het fanclubblad van Normaal. ‘We zijn vanaf toen teksten en ideeën blijven uitwerken. We gaan er soms samen op uit. Naar Vlaanderen bijvoorbeeld, waar de mensen gemoedelijk en gezellig zijn. Dan werken we aan nieuwe liedjes.’
Het moeilijkst is om het door het hoofd spokende idee duidelijk te maken aan de ander. ‘Dat is de crux. Je moet het speciale in dat idee – wat het liedje bestaansrecht geeft – duidelijk zien te maken. Ik kan geen muziekinstrument bespelen en daarom zing ik het voor. Bennie probeert dan de melodie op te pikken en zo komen we langzaam tot een liedje. Wij werken nu al jaren samen. En dan leer je ook open te zijn naar elkaar. Niet alleen als liedjesmaker en artiest, maar ook als vrienden. Als je niet openstaat voor de ander, kun je ook samen geen liedjes maken.
Het komt wel eens voor dat Bennie een andere kant op wil met een tekst dan ik. Maar dan zeg ik ook dat ik het zo niets vind. Het gebeurt ook dat een liedje door de opname in de studio een extra impuls krijgt. Stille getuugen is zo’n liedje, dat krijgt met zo’n orgeltje, waar je met je voeten op pompen moet, een prachtige sfeer.’
Hij koestert vooral goede herinneringen aan Het is stil. Een single die Normaal opnam voor de door MKZ-getroffen boeren. Volgens hem is Het is stil de Migchelbrink-compositie bij uitstek. ‘Dat schreef ik ’s ochtends vroeg en diezelfde avond speelde Normaal het al tijdens het speciale concert voor de getroffen boeren. Ik heb op dat liedje veel reacties gehad. Het is recht uit het hart geschreven.’
Hij is er de man niet naar om in de spotlights te staan. ‘Op het podium zul je mij niet zo snel zien. Ben riep een keer tijdens een theaterconcert dat ik in de zaal zat. Toen ben ik wel even dat podium opgeklommen, maar ik was er ook zo weer af. Ja, achteraf had ik wel honderd ideeën over wat ik had moeten zeggen en wat ik had moeten doen, maar op zo’n moment heb ik dat niet. Ik ga een keer of twee naar een tentoptreden. Dan scharrel ik achter het podium lekker rond. Ik hoef echt niet vooraan te staan. Ik geniet dan van alles en nog wat en vooral van mijn onbekendheid.’
Erkenning is dus niet zijn drijfveer. Al streelt het hem wel wanneer een nummer van hem wordt opgenomen. ‘Dan is het pas echt af. Je weet ook dat je je er dan niet gemakkelijk vanaf kunt maken. Bennie wilde het meteen allemaal keurig regelen. Ik interesseer me helemaal niet voor het geld. Ik vind het alleen al mooi dat ik mijn ei kwijt kan. Van dat cijfercircus eromheen, heb ik al helemaal geen kaas gegeten. Ben overigens ook niet.’
Niettemin raakt hij uiteindelijk aangesloten bij de Buma/Stemra. ‘Na verloop van tijd kreeg ik plotseling geld overgemaakt op mijn rekening. Nou, dat waren aardige bedragen, waarmee ik mijn huisje op kon knappen. Maar een jaar later kwam de fiscus en die ging enorm moeilijk doen. Ik moest aan een ambtenaar uitleggen hoeveel uur arbeid ik verrichtte voor die inkomsten. Iets wat absoluut niet met een prikklok bij te houden is. Dat gaf een hoop gedoe. Dus daarom gingen een paar jaar lang alle Buma-inkomsten rechtstreeks naar de belasting. Nu heeft manager Dick van Berkum dat gelukkig allemaal netjes voor mij geregeld. Mensen zoals ik moeten niet lastiggevallen worden met getallen. Die zitten enkel ideeën in de weg.
Ik weet ook echt niet meer wanneer ik een bepaald liedje heb geschreven en in welk jaar dat is uitgekomen. Ben weet dat allemaal nog precies. Met jaartal erbij. Soms vraag ik bij de Buma een lijst van liedjes die allemaal op mijn naam staan. Dan kan ik echt met verbazing naar sommige titels kijken. Goh ja, dat liedje heb ik toen ook gemaakt…’
==
Marathon van New York
==
Het sportieve hoogtepunt in het bestaan van Normaal is op 5 november 1989. Ben, Paul en Hendrik Haverkamp voltooien op die dag de marathon van New York. Ben en Paul zijn benaderd namens het comité ‘Hartlopers’, dat geld inzamelt voor hartapparatuur voor het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk.
Ben traint zich ‘de pestpokken’, evenals Paul. Maar ook Hendrik Haverkamp biedt zich spontaan aan. Die laatste maakt zich vooraf weinig zorgen. Op school behoorde hij immers tijdens de gymlessen steevast tot de allersnelsten van het deelnemersveld. Maar de 42,195 kilometers zijn toch wel andere koek. Zeker omdat Hendrik intussen een slordige honderd kilo schoon aan de haak weegt. Vijf uur en drie kwartier doet hij erover.
Vooraf liet hij luidkeels weten de laatste paar kilometer op klompen te zullen afleggen. Maar de voeten zijn tijdens de helletocht dusdanig opgezet dat het meegebrachte, oerhollandse, robuuste schoeisel simpelweg niet meer past.
==
==
==
==
Bóéruhn
Een ding staat voor Ben vanaf het allereerste begin vast: Normaal moet een ijzersterk imago hebben. De aandacht op je vestigen als beginnend bandje is vaak nog vele malen belangrijker dan goed muziek maken. Imagebuilding noemt hij het en hij ziet het als zijn sterke kant. Als Normaal het hele land aan z’n voeten wil krijgen, dan levert dat aan de andere kant van de IJssel onvermijdelijk problemen op. Immers, zo is Ben in zijn Amsterdamse tijd wel duidelijk geworden: vanuit het Randstadperspectief bezien wordt alles en iedereen met een accent beschouwd als boer. Hoewel sommigen alles achter de IJssel zullen blijven beschouwen als afvallige provincies, is er de afgelopen jaren ontegenzeggelijk veel veranderd. Mede met dank aan de rock van de mestvaalt.
==
Feitelijk is Willem Terhorst het enige bandlid dat is opgegroeid op de boerderij, maar Normaal koketteert vanaf de start met z’n agrarische roots. Als ze dan boeren willen, dan kunnen ze die krijgen ook!
Jan Manschot: ‘Het credo was altijd “Ik ben maar een eenvoudige boerenlul en doar schaam ik mien niet veur”. Waarmee we het opnamen voor het platteland ten opzichte van de Randstad. Het gevolg vooral van Bens frustraties ten opzichte van Amsterdam. Bens wraak, zeg maar. Zeker in de jaren zeventig was het zo dat, wanneer je niet uit Amsterdam kwam, je niets voorstelde.
Gaandeweg werd dat accent alsmaar versterkt. Dat werd voor een deel in gang gezet met de single De boer is troef. Van de scheldnaam boer maakten we een geuzennaam. Terwijl eigenlijk niemand van de bandleden, behalve Willem dan, iets had met het boerenbestaan. Wellicht dat commerciële overwegingen een rol hebben gespeeld. Al is
dat nooit zo expliciet besproken tijdens een vergadering of zo. Het groeide vanzelf. Het klinkt misschien wat groots en pretentieus, maar we hebben toch heel wat betekend voor de emancipatie van het platteland.’
Het boerenimago wordt vooral versterkt na de gezamenlijke vakantie van Ben en Jan in oktober 1982 in Noorwegen. Ben ruikt in die dagen aan het boerenbestaan, zo vertelt Jan. ‘Ik merkte dat Ben toe was aan vakantie. Nu heb ik wat contacten in Noorwegen en nodigde Ben uit om mee te gaan. Boeren sturen daar hun schapen in het voorjaar de bergen in, waarna ze die aan het eind van de zomer weer naar binnen halen. Ben en ik hebben die vakantie in een hut doorgebracht en hebben een boer, die Per heette, geholpen met het zoeken naar zijn schapen. Daar hebben we toen samen De boer is troef geschreven. We hadden een gitaar bij ons en als we dan ’s avonds terugkwamen van de schapenweiden zaten we te praten en nummers te schrijven. Ben roept nog altijd dat het zijn mooiste vakantie ooit is.’
Het platteland speelt vanaf dan een nóg prominentere rol in de teksten van Normaal. Het agrarische leven wordt verheerlijkt. Waarbij er niettemin volop kritische aandacht is voor de keerzijde van het harde labeur. Zeker in de afgelopen decennia, in een tijd waarin melkquota en mineraalboekhouding het leven op de boerderij regeren en veterinaire ziektes de veestapels teisteren.
Normaal komt in 1997 in het nieuws als de varkenspest de kop op steekt. Wanneer na uitbraken in het zuiden van het land de gevreesde ziekte ook in het oosten opduikt in Toldijk en Dalfsen – waar de band regelmatig optreedt – wordt met de beschuldigende vinger richting de Normaal-fans gewezen als verspreiders van het virus.
Enkele verontruste boeren uit de buurt – nota bene ‘eigen volk’ dus – kondigen vooraf aan het optreden in Velswijk te zullen saboteren door ludieke acties te houden. Er klinken echter ook geluiden over harde acties: het opwerpen van blokkades in de vorm van brandende hooiwagens.
Uiteindelijk houden de actievoerders zich die avond koest. Ook omdat de organiserende carnavalsvereniging De Doldraaiers op last van de gemeente voorzorgsmaatregelen treft. De feesttent en de vloer moeten worden ontsmet en bij de ingangen komen bakken met ontsmettingsmiddel te staan, waarin de bezoekers hun schoenen moeten reinigen. Maar ook moeten auto’s over ontsmettingsmatten rijden, terwijl stro en hooi niet mee naar binnen mogen. Urineren in de weilanden is ten strengste verboden. Daartoe worden mobiele toiletten en urinoirs opgesteld.
Veehouder Arnold Maalderink, die binnen een straal van een kilometer van het feestterrein in Velswijk woont, laat destijds in Dagblad Trouw weten niet te vrezen voor het voortbestaan van zijn boerderij: ‘Ik ben Normaal-fan. In Toldijk was ik ook van de partij. Ik heb daar minstens twintig varkensboeren gezien, bij wie later geen varkenspest is gecon-stateerd. Er zijn zoveel factoren die verantwoordelijk kunnen zijn voor het overbrengen van het virus. Een verband met Normaal vind ik vergezocht. Dan zou je ook geen kerkdienst meer kunnen bijwonen. Daar komen ook allemaal boeren bijeen. Boeren zijn verstandig genoeg om niet met smerige klompen naar het concert te komen. Nee, laat mij maar lekker genieten van Normaal.’
En hoewel deskundigen de theorie dat het virus tijdens Normaalconcerten kan worden verspreid naar het rijk der fabelen verwijzen, duikt het verhaal hardnekkig telkens weer op in de media. Dit tot ergernis van Ben, die zegt er ‘strontziek’ van te worden.
In 2001, tijdens de hoogtijdagen van de MKZ-crisis, nemen de autoriteiten echter geen enkel risico. Een deel van de Supertent-tournee moet worden afgelast. De band duikt de studio in, neemt de single ’t Is stil op de boerderij op en geeft een speciaal akoestisch ‘hart onder de riemconcert’ voor de getroffen boeren. De opbrengst gaat uiteraard naar het goede doel. Als de Tros een grote MKZ-televisieactie houdt, is Ben medepresentator. Hij wordt meer en meer het boegbeeld van agrarisch Nederland.
Over die rol als pleitbezorger: ‘Dat is gaandeweg zo gegroeid. Dat was ik nog niet toen we met Normaal begonnen. Maar omdat ik in het dialect zing, word je onmiddellijk voor boer uitgescholden. Ik ben goed in pr. Ik dacht: ah, boeren, dus we noemen wat we doen boerenrock. Toen kreeg ik brieven van boeren die grote problemen hadden. Tot zelfmoord aan toe. Voordat ik het in de gaten had, was ik tot spreekbuis van de boeren gebombardeerd. Toen ben ik me erin gaan verdiepen.
Tegenwoordig word ik steeds vaker gevraagd vanuit agrarische hoek. Ik ben bijvoorbeeld ambassadeur voor Varkens in Zicht. Of ik word gevraagd een woordje te doen tijdens een vergadering van de landbouworganisatie LTO. Of moet een optreden verzorgen ter onderbreking van een of andere agrarische vergadering.’
Tijdens de dertigste verjaardag van Normaal in 2005 in Lochem wordt er een groots opgezet symposium gehouden rond het thema ‘De boerentoekomst begint op 05-05-05’. Er wordt onder meer gediscussieerd over de leegloop van het platteland. Het is aan de orde van de dag: boeren die het niet meer zien zitten en hun bedrijf, vaak al generaties lang binnen de familie, aan de kant zetten. Ben: ‘Boeren worden door de steeds strengere wetgeving gedwongen tot schaalvergroting. Alleen de hele groten blijven over, de kleinere moeten stoppen.’
Ben gruwelt van die ‘ontboering’ van het platteland: ‘Dan komen er dus van die artsen uit het westen met hun tweede of derde vrouw, meestal de secretaresse. Rijdend met hun PC Hooft-tractor struinen ze het platteland af op zoek naar (Ben verheft zijn stem) “een leuk boerderijtje”. En als ze dat dan eenmaal voor veel te veel geld hebben gekocht, strijken ze er neer. Om vervolgens te klagen over stankoverlast. Van het begrip noaberplicht hebben ze nog nooit gehoord. Er is zodoende de laatste jaren al sprake van een totaal andere sfeer op het platteland.’
‘Weet je,’ zegt hij. ‘We zetten ons met Normaal vooral af tegen het feit dat de stedelingen iedereen op het platteland steevast voor boer uitmaken. Zelfs PSV’ers worden door de Ajax-aanhang uitgescholden voor boeren. Zo is het ook begonnen, dat scanderen door het publiek tijdens onze optredens: “Boeren, boeren”.’
Wetenschappelijk onderzoek is er nooit naar gedaan, maar dat is volgens dr. Lex Schaars, streektaalfunctionaris van het Staring Instituut in Doetinchem, ook niet nodig. Het belang van Normaal voor het platteland staat volgens hem buiten kijf.
Schaars promoveerde in 1977 aan de universiteit van Nijmegen op een proefschrift over agrarische terminologie in Oost-Gelderland en de dialectgeografische aspecten.
‘Normaal heeft onmiskenbaar een prominente rol gespeeld bij de emancipatie van het platteland. Voor de Achterhoek, maar ook voor andere delen van het land. Dat is een vaststaand feit.’
Sinds medio jaren vijftig heeft de regio een eigen dialectkring voor de Achterhoek en Liemers. ‘Die houdt zich bezig met de promotie van de streektaal en het naar een hoger niveau tillen ervan,’ licht Schaars toe. Maar één grote hit kan meer teweegbrengen dan talloze congressen of publicaties. De impact van het Normaalvocabulaire is terug te vinden in het huidige Achterhoeks. In het Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten WALD waaraan Schaars werkt, worden volgens hem twee of drie Normaalwoorden opgenomen. ‘Zo mag høken uiteraard niet ontbreken. Al wordt dat in het WALD overigens gespeld als häöken.’
Vooral in de jaren zeventig en tachtig loopt de doorsnee plattelander niet echt te koop met zijn afkomst. ‘Maar dankzij Normaal is dat toch behoorlijk veranderd. Boer werd een geuzennaam, een eretitel. En dat is iets wat, lijkt mij, Normaal teweeg heeft gebracht. De supporters van de regionale voetbaltrots De Graafschap noemen zich “superboeren”. Ben Jolink mag dan misschien niet de bedenker zijn van deze term, hij is toch op z’n minst de grote aanjager ervan.’
Een kritische noot kraakt de streektaalfunctionaris overigens ook. Het gaat hem aan het hart dat er nooit synergie is geweest tussen Normaal en de ‘dialectbeweging’. De oorzaak? Of het taalgebruik van Normaal toch wat te plastisch is? ‘Dat zou kunnen, dat speelt bij de “dialectbeweging” ongetwijfeld een rol. Hoe dan ook, Normaal heeft de taalliefhebbers eigenlijk nooit voor zich weten te winnen. Maar anderzijds blijkt – bijvoorbeeld uit de afwijkende spelling die Normaal hanteert – dat er ook bij hen geen behoefte is tot samenwerking. Dat is jammer, ook omdat andere bands die streektaalliederen vertolken vaak wel tot die samenwerking bereid zijn.
Ik wil trouwens niet beweren dat Normaal als enige verantwoordelijk is voor die emancipatie van het dialect in onze streek. Dan zou ik bijvoorbeeld de dialectverenigingen, het Staring Instituut en de 250 vrijwilligers die zich al dertig jaar sterk maken voor het woordenboek in de streektaal, tekortdoen. Niettemin, Normaal heeft onbetwist veel betekend voor de Achterhoek en het platteland.’
‘Haha,’ lacht Ben. ‘En dan te bedenken dat het Staring Instituut in het begin juist enorm anti-Normaal was. We zongen dan wel in het dialect, maar de manier waarop vonden ze maar zozo. Al dat gezuip en dat gevloek. Jezelf als band profileren is prima, maar moest dat nou op zo’n manier? Bij Staring vonden ze dat maar niets. Op één persoon na: Henk Krosenbrink. Die zag meteen de waarde ervan in. Maar ja, dat was een kennis van mijn moeder. Die wist dus dat ik wel degelijk van goede komaf was.’
==
==
Er is overigens naast het Staring Instituut meer waardering vanuit cultuurhistorische hoek voor de betekenis van Normaal voor het platteland. Zo ontvangt Bennie in oktober 2007 de Groeneveldprijs, een jaarlijkse onderscheiding voor iemand die zich inzet voor het debat over het platteland en daarbij een eigen, kritisch geluid laat horen. En dan komt zo’n jury natuurlijk al snel bij Jolink terecht. Volgens het juryrapport heeft Normaal door in de streektaal te zingen ‘een belangrijke bijdrage geleverd aan het zelfbewustzijn van de mensen op het platteland’.
Eerder al, begin 2006, kreeg Bennie de Johanna van Buren Cultuurprijs. De oorkonde, vernoemd naar een Hellendoornse streektaaldichteres uit de negentiende eeuw, wordt iedere drie jaar overhandigd aan iemand die zich buitengewoon verdienstelijk maakt voor de streekcultuur in Oost-Nederland.
Ben valt de eer te beurt ‘vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de emancipatie van de streektaalmuziek’, luiden de lovende woorden in het juryrapport. Waarbij de jury de aantekening maakt dat na de eerste discussieronde er bij die ene naam alleen maar voors en geen tegens overbleven. ‘Terwijl het gezelschap toch de leeftijd van het høken was ontgroeid,’ aldus juryvoorzitter dr. Jan Bouwhuis. Elk jurylid had zo z’n eigen beweegreden. ‘Maar gemeenschappelijk was de waardering voor zijn rol als baanbreker voor het dialectgebruik.’
‘Ben is een voortrekker geweest,’ aldus dr. Bouwhuis. ‘Een voortrekker in die zin, dat hij de schaamte en onterechte bescheidenheid van streektaal en de muziek in één klap oerend hard heeft doorbroken. Daarmee heeft hij een grens doorbroken en een trend gezet die landelijke gevolgen heeft gehad. Overal, van Friesland tot Limburg, ontstonden en ontwikkelden zich popgroepen die in hun eigen taal optraden. De emancipatie van de streektaal in de popmuziek. Streektaal die zich dertig jaar geleden beperkte tot cabareteske teksten en luisterliedjes voor een wat ouder publiek. De doorbraak kwam met Normaal. Opgroeiende jeugd werd bewustgemaakt van het gebruik van de streektaal in hun cultuur en wel op een voor hen normale manier. Daarmee werd een totaal ander publiek op een natuurlijke manier warm gemaakt voor het dialect.’
Gewoonlijk wil Ben nog wel eens sceptisch reageren op prijzen, maar hij toont zich nu toch wel erg ingenomen met deze onderscheiding. In zijn speech, in het dialect uiteraard: ‘Dankzij ons is het normaal om in je eigen streektaal te zingen. Rock, blues en popmuziek in de taal waarin je denkt. Het was geen briljante vondst of zo. Dat deed ik gewoon vanuit mijn hart. En dat was ook meteen het sterke eraan…’
Hij laat bovendien weten het vooral een grote eer te vinden, omdat hij zijn voorgangers hoog acht. Zo gingen onder anderen wijlen dichter Willem Wilmink en cabaretier Herman Finkers hem voor. ‘En ik ben van beiden een heel groot bewonderaar.’
Die bewondering is geheel wederzijds. ‘Ik weet nog dat ik Normaal voor het eerst hoorde. Ik dacht: wat is dít nou?,’ vertelt Herman Finkers. ‘Ik moest vooral wennen aan die teksten in het Achterhoeks. Vooral omdat het minder van het Hollands afwijkt dan het Twents. Maar ik hoorde wel meteen dat het niet een of andere Hollander was die probeerde Twents te spreken. Dat bleek trouwens ook wel uit de teksten. “Ik zag niks want ik mos pissen”, bijvoorbeeld. Met de teksten werd inhoudelijk zó de kern geraakt. Op een direct poëtische manier. Zo gaat dat hier op het platteland. Dat herkende ik dus wel. Geen Guus kom noar huus of zo, maar bij Normaal was het écht.’
Finkers vertelt hoe hij later een echte fan werd: ‘Ik ben naar concerten geweest. Ooit naar de toenmalige evenementenhal in Borne. Wijlen Sjef van Oekel fungeerde als spreekstalmeester. Hij werd compleet onder het bier gespoten. Maar beslist niet op een agressieve manier. Ik geloof dat Van Oekel het zelfs wel lekker vond, al dat bier. En ik stond daar te kijken: wat ís dit toch?
Zingen in de streektaal was toen iets geheel nieuws. Daarmee heeft Normaal het pad geplaveid voor anderen. Skik en Daniël Lohues solo, Gé Reinders. Later heb ik ooit nog eens opgetreden met Normaal. Gewoon een heel erg goede band. De teksten zitten goed in elkaar, de muziek deugt. En Ben heeft een geweldige rockstem. Daar stond ik dus naast. Drie nummers heb ik meegedaan. Maar met mijn stemmetje kan ik nu eenmaal geen rock produceren.’
==
Herman Finkers: ‘Vroeger werd je door mensen die niet in het oosten wonen voor boer uitgemaakt. Ook als je uit de stad kwam. Puur omdat je anders klonk. Boer was toen nog echt een scheldwoord.’
==
Finkers, onbezoldigd ambassadeur van Twente, de streek waar hij is geboren en getogen: ‘Normaal is enorm belangrijk geweest voor het zelfbewustzijn van de boer. Tegenwoordig woon ikzelf tussen de boeren, maar ik kom van oorsprong uit Almelo, de stad. Vroeger werd je door mensen die niet in het oosten wonen voor boer uitgemaakt. Ook als je uit de stad kwam. Puur omdat je anders klonk. Boer was toen nog echt een scheldwoord. Er was zelfs een tijd dat boeren zich geen boer noemden, maar landbouwer of veehouder. Nog een voorbeeld: ook een woord als klootschieten was om die reden uit den boze. Terwijl een kloot gewoon een bal is. Niets meer, niets minder. Daar werd toen, meen ik, kogelwerpen van gemaakt. Er waren zelfs twee nationale bonden: de kogelwerpbond en de klootschietbond. Maar tegenwoordig kom je geen boer meer tegen die zichzelf geen boer meer durft te noemen. En klootschieten wordt gewoon weer genoemd zoals het heet. En dat is destijds toch wel door Normaal in gang gezet. Waarom ook niet? Dat soort uitdrukkingen is toch ook de normaalste zaak van de wereld? Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom de band gewoon Normaal heet.’
Al is er volgens de Twentse cabaretier nog wel een hoop werk aan de winkel. ‘Nog maar enkele jaren geleden werd een stewardess uit de Achterhoek geweigerd. Vanwege haar oostelijke accent. De werkgever werd toen in een interview gevraagd of ze ook geweigerd zou zijn als ze een Surinaams, Limburgs of Goois accent zou hebben. Zelfs Fries was nog toegestaan. Eigenlijk alles, behalve een oostelijk accent. Intussen is dat wel wat verbeterd. Niettemin, ik geloof dat je het wel kunt vergeten als je solliciteert naar de functie van nieuwslezer voor de NOS en je een oooo en een eeeee gebruikt in plaats van een ow en een ei. Dan kun je voor de rest nog zo prachtig Nederlands spreken. Terwijl je dat probleem met een Gooise eeerrrr niet hebt. Omdat daar nu eenmaal de camera’s staan.’
‘Wat dat betreft vind ik dat ze in Amsterdam juist heel erg klein denken. Daar vinden ze alles wat zich buiten de hoofdstad afspeelt, maar platteland. In Amerika bijvoorbeeld krijg je – als je zegt dat je uit Nederland komt – steevast de vraag of je in Amsterdam woont. Als je dan zegt dat je aan de compleet andere kant van het land woont, vragen ze hoe ver dat rijden is. Anderhalf uur? Nou, zeggen ze dan: Twente ís Amsterdam.
In Twente wil de lokale politiek vooral Randstadje spelen en doen wij ondertussen onze uiterste best het dialect af te zweren. Terwijl mensen buiten
==
==
Twente ons dialect vaak juist zo mooi vinden. Ik las laatst een interview met tattookoning Henk Schiffmacher. Hij noemde Van Jonge Leu en Oale Groond als zijn favoriete tv-serie. Omdat hij het Twents zo mooi vindt.
Van een van de actrices weet ik dat haar kinderen al dat dialectgedoe eigenlijk maar niets vinden. Maar toen ze eens met het gezin in Amsterdam wandelden, werd ze aangesproken door mensen die zeiden van de tv-serie te genieten. Terwijl haar kinderen zich dus eigenlijk voor hun moeder geneerden en hun best deden om zo Amsterdams mogelijk te klinken, zijn het uitgerekend de Amsterdammers die het zo mooi vinden…’
Al was dat in het verleden wel anders. Vooral in het begin van zijn carrière was er wel eens kritiek op zijn accent. Zo stond Finkers ooit, vlak voor een optreden, bij de kassa toen er een dame binnenkwam en aan de vrouw achter de kassa vroeg wat er die avond op het programma stond. ‘Herman Finkers? Wat is dat? Een cabaretier uit Twente? “Ach gat,” zegt ze en loopt zo weer weg. Wat dat betreft is er veel veranderd. Ook dankzij Normaal.’
Later is dialect juist Finkers’ belangrijkste handelsmerk geworden. ‘Ik was al aan het optreden toen Normaal doorbrak. In het verleden heb ik ook wel geworsteld met de vraag of ik me aan moest passen.’ Hij praat uiterst gekunsteld, in haast accentloos Nederlands: ‘Maar dat duurde maar heel kort. Ik vond dan dat ik mezelf aan het nadoen was.’ Om daarna met zijn bekende tongval te vervolgen: ‘Vandaar dat ik er later nooit meer een punt van heb gemaakt. Maar het sterkt je wel in je gedachte als je dan een band als Normaal kent.’
==
Jan Kolkman
==
Jan Kolkman is een van de mannen van het eerste uur. Hij is erbij tijdens het roemruchte debuut in Lochem. Maar slechts enkele weken later wordt hij al uit de band gezet. Hij is dan al beroeps en speelt in meerdere bands, waardoor er wel eens een Normaalrepetitie bij inschiet.
Later, midden jaren negentig, tijdens de veldtocht Gas d’r bi-j, komt hij de gelederen opnieuw versterken. Met name omdat hij multi-inzetbaar is: koorzang, gitaar, dobro, saxofoon, mondharmonica, orgel, thinwhistle. Na een kleine tien jaar houdt Ketsen Jan het voor gezien. Hij is nu nog steeds professioneel in de muziek werkzaam. Als ‘gitarendokter’ kalefatert hij instrumenten op en als muzikant maakt hij deel uit van The Heinoos.
==
==
Morele Overwinning
==
‘Daar ben ik nog steeds ongelooflijk trots op,’ zegt Ben als hij de foto onder ogen krijgt van de door hemzelf beschilderde tram, die eind jaren negentig te zien was in het stadsverkeer van Amsterdam.
Het is zijn morele overwinning op de stad die hem ooit uitkotste. ‘Er reden toen meer van dat soort beschilderde trams door Amsterdam. En dus ook een met een portret van mij.’ Faunabescherming Nederland toont zich overigens minder ingenomen omdat Ben als stoere jager met geweer in de aanslag staat afgebeeld.
Maar forenzend Amsterdam reageert enthousiast. ‘Het was de bedoeling dat ie zes weken zou rijden. Het werd uiteindelijk tweeënhalf jaar. Op speciaal verzoek van de Amsterdammers. Ze vonden het prachtig.’
Imiteert het hoofdstedelijke accent: ‘“Ow, mijnheer Jowlink, wat mooiw!” kreeg ik telkens te horen. In die tijd verbleef ik een tijdje in Amsterdam om te werken aan het album Howlin’ at the moon. Zelf had ik die tram nog nooit zien rijden. Tot ik een keer in een taxi zat. Ik vroeg aan die chauffeur waar ik op zondag een fles champagne kon versieren om de goede afloop van het album te vieren. “Ikke mozlim, nie alcohol”. Het volgende moment kwam die tram voorbij. Waarop ik trots tegen ‘m riep dat daar “mijn tram” reed. “Jaja, izze mooie tram.” Haha, maar die kerel keek niet eens op of om.’
==
==
Daldeejen met Vrouwe Justitia
Als weer een keer een manager,
de boel besodemieterd hef.
Al val ik nog zo diep,
toch denk ik stug,
ik kom altied weer terug.’
==
Uit: Ik kom altied weer terug.
==
De jaren tachtig zijn voor Normaal gouden jaren. De successen kunnen niet op. Maar de bandleden krijgen het lid op de neus. In plaats van dat het schip met geld komt binnenvaren, is de band tot tweemaal toe nagenoeg bankroet. Er volgen slepende rechtszaken met oud-manager Mick Froeling. Jaren later is het andermaal høken in de rechtszaal, ditmaal met oud-gitarist Paul Kemper. Werden voorheen hele gitaarduels uitgevochten op de bühne, ditmaal worden de juridische messen geslepen. En dan was daar nog het tussentijdse vertrek van regelmanus Martin Jansen, wat eveneens met veel stampij gepaard ging.
Zo succesvol als de band is aan het hitfront, zo rommelt het jarenlang zakelijk volop achter de schermen. Paul Kemper: ‘Ik zat op dat moment nog niet bij Normaal toen ik Joost Carlier eens tegenkwam. Die vroeg me: “Zeg, hoe zit dat eigenlijk met die sociale lasten? Moet je die afdragen?” Jeetje, dacht ik nog, en dat vraag je aan mij... Waarop ik ’m adviseerde om maar eens snel met een boek
houder te gaan praten. Een halfjaar later had de band gesodemieter met de fiscus.’
Is dan de schade nog te overzien, later gaat het faliekant mis. Dan onder het bewind van Mick Froeling, voormalig assistent van Carlier, die intussen de band heeft verlaten.
Onderling was intussen besloten dat er een commercieel geluidsverhuurbedrijf zou worden opgericht, waarvan onder meer het radio- en tv-programma Los Vast gebruikmaakt. Met als uitgangspunt dat er ook geld binnenkomt op momenten dat de band zelf niet speelt. Er wordt zelfs een verrijdbaar café verhuurd voor feestjes en partijen: ‘In den dorstigen Daldeejer’.
Maar het gaat mis als blijkt dat Froeling allerlei leningen heeft uitstaan. Was er sprake van een moedwillig opgezet plan van de manager om het zaakje te flessen? Of had hij de beste bedoelingen en is hem de boel boven het hoofd gegroeid? Een enkel bandlid geeft hem het voordeel van de twijfel.
Froeling zou, volgens de vredesduiven binnen het Normaalkamp, meer oog hebben gehad voor de zakelijke loot aan de BV dan voor Normaal zelf. Daarna liep de situatie uit de hand. Paul Kemper is ervan overtuigd dat Froeling er nooit op uit was de boel te tillen: ‘Ze hebben destijds onze inkomsten geïnvesteerd in onder meer geluidsapparatuur, die dus werd verhuurd. Op het laatst is hij totaal het overzicht kwijtgeraakt.’
Ben behoort echter onbetwist tot de haviken en kent weinig twijfels. Al is hij bedachtzaam in zijn formuleringen. ‘De zaak kwam aan het licht toen we ontdekten dat Froeling leningen had uitstaan. Van óns geld. Zonder dat we daarvan af wisten. En het geld leende hij nota bene aan een bedrijf met een toch wel bedenkelijke reputatie.’
Vervolgens bleek dat er sprake was van een wirwar aan BV’s. Waarvan een overigens Futsu BV gedoopt. Ben: ‘Dat zou Japans zijn voor Normaal, maar ik kwam later iemand tegen die goed Japans spreekt en die had er nog nooit van gehoord.’ Volgens Froeling zijn de BV’s nodig ter spreiding van de risico’s, maar de Normaal-leden zien door de bomen het bos niet meer. Totaal het spoor bijster geraakt menen ze dat al die firmaatjes louter in het leven zijn geroepen om hen financieel een rad voor ogen te draaien.
Normaal besluit in 1987 verder te gaan zonder Froeling. Maar die laat het er niet bij zitten. Uitgerekend aan de vooravond van de landelijke høkersdag, de fanclubdag, laat Froeling na een optreden zijn roadies de apparatuur en het decor inladen en afvoeren met onbekende bestemming. Froeling, destijds in De Telegraaf: ‘Ik had met Normaal nog een zakelijk appeltje te schillen. Ze hielden zich niet aan de contractuele verplichtingen. Daarom zag ik mezelf genoodzaakt alle apparatuur in beslag te nemen.’
Met geleende spullen lukt het toch op te treden. Ben: ‘Achteraf bezien leverde het alleen maar gigantisch veel publiciteit op. Ze hingen er die avond met de benen uit.’
Nadat de strijdende partijen elkaar meermalen tegenover de rechter treffen, waarbij de claims over en weer over tafel vliegen, volgt uiteindelijk een schikking. Froeling gaat verder als geluidsverhuurbedrijf, nota bene in het achterste gedeelte van het kantoor van Normaal.
De Achterhoekse modder blijft echter in volle hevigheid in de rondte vliegen.
Froeling slaat terug als Ben hem in de media telkens Frauding noemt. De ex-manager sleept op zijn beurt Jolink voor de rechter. Smaad en laster. De rechter veroordeelt Ben tot het plaatsen van een rectificatie. Bovendien mag hij Froeling in het openbaar niet meer Frauding noemen.
‘Wij wonnen destijds dat civiele proces, waarop hij ons een paar ton moest terugbetalen. Ik meende dat hij het dan wel van ons verduisterd moest hebben. Om terug te kunnen betalen, moet je immers eerst iets stelen, zo redeneerde ik. Maar juridisch bleek dat toch anders in elkaar te zitten.’
Ben heeft weinig trek in nieuw juridisch gekrakeel. Is uiterst voorzichtig in zijn bewoordingen, beseffend dat hij zich op juridisch glad ijs begeeft. Normaal heeft immers nooit juridisch hard kunnen maken dat er daadwerkelijk is gemalverseerd. Ben: ‘Het was destijds een civiel proces. Strafrechtelijk heeft hij nooit voor de rechter hoeven te verschijnen. Dat is ook de reden waarom ik moet oppassen met bepaalde juridische termen. En die bijnaam zul je uit mijn mond niet meer horen. Dat kost me meteen duizenden euro’s. Hij noemde zich altijd Mickey, waarop ik een andere bijnaam verzon.’ Grijnst veelbetekenend: ‘Maar vind je ’t gek dat ik toen zijn naam destijds niet kon onthouden. Die wilde ik liefst zo snel mogelijk vergeten.’
Jan Manschot: ‘We kregen een vast maandsalaris en de rest werd in de BV gestopt. Met als achterliggende gedachte dat we, wanneer we over een aantal jaren zouden stoppen, we aandeelhouders van een goedlopend bedrijf zouden zijn. Maar dat liep totaal uit z’n proporties. Tegen ons werd altijd gezegd: doen jullie je ding maar. Maak maar plezier. Wij verzorgen de rest wel.’
Ferdi: ‘We werkten ons rot voor een schamel loontje. Illustratief is dat, toen ik uit Normaal werd gezet, ik in de ww meer geld kreeg dan mijn Normaal-salaris! Een jaar later kreeg ik echter ineens een aanslag loonbelasting van 35.000 gulden. Terwijl ik toch zeker wist dat ik écht niet zoveel salaris had ontvangen. Al zat daar ook een forse boete bij.’
‘Op een bepaald moment hield de fiscus namelijk de “Actie Schuimkraag”, waarbij de Nederlandse horeca werd uitgeplozen. Er vond ook een inval plaats in ons kantoor waarbij de godganse boekhouding – ik geloof toen nog in een schoenendoos – in beslag werd genomen. Daar zat ondanks de zeer precieze wijze van boekhouden toch nog ergens een contract tussen waarop met vette letters stond geschreven: “verscheuren na het optreden!” Wat kennelijk aan de aandacht van ons goedbetaalde management was ontsnapt. Dat kan gebeuren. Wij kregen allen een aanslag met een fictief door de belasting vastgesteld bedrag. Waarbij de fiscus ervan uitging dat het gehele jaar door met dubbele contracten was gewerkt. Wat natuurlijk niet waar was. Maar ja, je kreeg te maken met de omgekeerde bewijslast. Moesten dus maar aantonen dat dat niet zo was. Tel daarbij op een boete van honderd procent en je snapt dat we met z’n allen hevig moesten bloeden.’
‘Of ik binnen twee weken wilde betalen. Ik heb jarenlang deurwaarders op de stoep gehad. De aanmaningen niette ik aan de binnenkant van de wc-deur. Wat moet je anders? Betalen was niet aan de orde, dat geld had ik beslist niet. Ik ging er daarom maar gekscherend mee om, maar het was een enorme rottijd. De fiscus zeurde mij aan mijn kop waarom ik bij Normaal was weggegaan: had ik soms genoeg verdiend? Na zo’n vijf jaar van ellende werd het me uiteindelijk kwijtgescholden.’
Ben: ‘Ik weet nog dat ze bij die inval in ons toenmalig kantoortje in Hummelo zo ongeveer als eerste de prullenbakken meenamen. We hielden ons in die dagen echter helemaal niet bezig met zaken als belasting betalen. Dat was een pakkie an voor het management, vonden we. En die deurwaarders? Daar lachten we alleen maar om. Als de deurwaarder weer eens op bezoek was geweest, dronken we er een biertje op. Dat vonden we stoer. De belevenissen verwerkte ik in de nummers. Lees de teksten uit die tijd er maar op na.’
Jan Manschot is – net als Paul Kemper – overigens minder stellig dan Ben dat er bij Mick Froeling kwade opzet in het spel is. Wat voor hem echter wel vaststaat, is dat er tonnen zijn geïnvesteerd zonder dat de bandleden daarover zijn geraadpleegd. ‘’t Was één groot doolhof aan BV’s. Voordat we Froeling bij de band haalden, had ik uit het Doetinchemse geruchtencircuit minder positieve verhalen over hem opgevangen. Toen ik dat ter sprake bracht, zei Willem meteen: “As ie an mien vrienden komt, kom-ie an mi-j.” Bij Willem is het dan einde discussie. Maar vele jaren later zei hij nog wel tegen mij: “Ik had toen toch noar ow motten luusteren.”’
==
Willem: ‘We hadden dat toen als band ook beter in de gaten moeten houden. Maar muzikanten zijn nou eenmaal geen zakenlieden.’
==
Willem: ‘Inderdaad, we hadden dat toen als band ook beter in de gaten moeten houden. Maar muzikanten zijn nou eenmaal geen zakenlieden. Dat is ook een van de redenen waarom ik het nog weinig heb over die periode. Omdat ik me er ook wel een beetje voor schaam. En het ging niet om tonnen, maar om miljoenen.’
‘Al met al was dit echt een van de dieptepunten in mijn carrière. Je moet weten dat Mick, voordat hij manager werd, mijn beste maat was. Ging zelfs met hem op vakantie. Nee, nadien heb ik hem nooit meer gesproken. Als iemand me zo belazert, is het voor de rest van mijn leven gebeurd.’
Mick Froeling, nog steeds werkzaam in de geluidsbranche, wil niet reageren op zijn avonturen met Normaal: ‘Dat heb ik allemaal achter me gelaten.’
Normaal komt overigens uit de ‘affaireFroeling’ alleen maar sterker tevoorschijn. Financieel aanvankelijk niet, maar wel mentaal. Alle neuzen wijzen weer in dezelfde richting.
Ben: ‘Hij heeft ons uiteindelijk flink terug moeten betalen. Gelukkig waren we door de goed draaiende optredens er snel weer bovenop.’
Er wordt een nieuwe manager aangetrokken. Martin Jansen, voormalig slager van beroep. In diens eerste tv-optreden geeft hij tegenover de beruchte reporter Willibrord Frequin meteen op zijn eigen onnavolgbare wijze zijn visitekaartje af. Volgens hem zit er niet zoveel verschil tussen het zakelijk leiden van een band en het uitbenen van pakweg een varken. ‘Ach,’ reageert hij met een overdosis nonchalance. ‘Of je met koud vlees of warm vlees te maken hebt, dat maakt niet zoveel uit.’
Jansen staat vooral bekend om zijn balorige gedrag. Kan enorm tekeergaan. Tot grote hilariteit van de bandleden. Die vinden het allemaal prachtig wat hij uitspookt. Kreeg iemand die voorheen met Kantoor Normaal belde een antwoordapparaat met een keurige stem dat de boodschap in het Engels zou worden herhaald, onder het bewind van Jansen waait er een andere wind. ‘Dit is Martin Jansen, manager van Normaal. Ik bun d’r now niet, bel mien morgen moar weer, ajow.’ Al vindt Jansen manager maar een veel te gewichtig woord. Hij noemt zichzelf liever regelmanus.
Jan Manschot: ‘We kenden Martin uit de motorsportwereld en hadden hem een paar keer meegemaakt bij De Pröhs. We kwamen op onze knieën van het lachen weer naar buiten. In die tijd hadden we vooral iemand nodig die Froeling aankon. In hem hadden we daarmee de juiste persoon binnengehaald. Eigenlijk is dit wel illustratief voor de Achterhoekse manier waarop ruzies worden benaderd. Zolang er vriendschap is, is er niets aan de hand, maar bij een conflict gaat het er enorm onbeholpen aan toe. Zijn we eigenlijk echte schoolblagen. Typisch voorbeeld is ook wel weer de manier waarop ik later Ferdi bij Boh Foi Toch heb gehaald.’Jansen zwaait van 1987 tot en met 1996 de scepter bij Normaal. ‘Hij heeft erg goed werk verricht. Vooral die eerste jaren,’ zegt Paul Kemper. ‘Heeft Normaal er weer helemaal bovenop geholpen en ons weer op het juiste spoor gezet.’ Maar dan ontploft andermaal de bom.
Ben herinnert zich die bewuste aandeelhoudersvergadering nog als de dag van gisteren. ‘Dat was in de tijd dat de bandleden nog aandeelhouder waren. Er werden gebraden halve hanen aangerukt, veel bier aangesleept. Maar toen aan het licht kwam dat er bepaalde zaken voor ons, de bandleden en aandeelhouders, verborgen moesten blijven, hebben we meteen de boel lamgelegd. We zijn later als band nog eens afzonderlijk bij elkaar gekomen en hebben tegen elkaar gezegd: ‘We moeten zo snel mogelijk van die vent af.’
Al is er volgens Ben bij Jansen nog niet eens zozeer sprake van een vooropgezet plan. ‘Jansen was een goede vriend bij wie de situatie langzamerhand uit de hand liep. Het begon allemaal met kwartjes en dubbeltjes en gaandeweg werden het tientjes en honderden guldens. Zo moest de merchandising – de t-shirts, petjes en zo – niet bij ons kantoor afgeleverd, maar bij een café. Voor ons een verdachte gang van zaken. Of de spullen onderhands werden verkocht? We hadden geen bewijzen. Konden hem dus juridisch nergens op pakken.’
‘Ik heb echt tot op het laatste moment vertrouwen in hem gehad. Zelfs toen de mensen al tegen me zeiden: “Die Jansen, wat moet je er toch mee?” Maar ja, als je vrouw vreemdgaat, heb je dat zelf vaak pas als allerlaatste in de gaten. Uiteindelijk is er niet eens een rechtszaak rond Jansen geweest. Zo blij waren we dat we van hem af waren.’
Willem: ‘Toen Martin erbij kwam, lagen we net overhoop met Froeling. Die was op dat moment onze gezamenlijke vijand. Dat is trouwens ook altijd belangrijk geweest in de geschiedenis van Normaal, zo’n gezamenlijke vijand.
Martin zou aanvankelijk slechts een paar weken blijven om puin te ruimen. Het werd dus een langere tijd. En in die periode heeft hij ook hele goede dingen gedaan. Zo heeft hij het voor elkaar gekregen dat we ons weer uit de schulden, waar we mee kampten na het tijdperk-Froeling, wisten te spelen. Ik geloof ook niet dat er bij hem boze opzet in het spel was. Dat is gaandeweg door de situatie zo gegroeid.’
Huidig manager Dick van Berkum over de periode-Froeling. ‘Ik ben er uiteraard niet bij geweest, maar ik heb later wel de cijfers gezien. En er zat inderdaad geen cent meer in kas. In het geval van Martin Jansen lag dat overigens anders. De band had wel degelijk een aardig bedrag opgebouwd.’
Van Berkum is op dat moment nog geen manager, maar als accountant houdt hij financieel toezicht. ‘Tijdens de jaarvergadering had ik vragen over de cijfers. Nu moet je weten dat er tot dan toe tijdens de jaarvergaderingen van Normaal eigenlijk niet of nauwelijks over cijfers werd gesproken. Er werd gedronken, er werden haantjes besteld. Heel gezellig allemaal. Totdat ik dus tijdens die bewuste vergadering begon over de merchandising. Tot dan al die jaren een belangrijke bron van inkomsten. Volgens de cijfers was er dat jaar echter niets aan de merchandising verdiend.
Toen ik erover begon, zat iedereen elkaar aan te kijken. Ben zat er compleet murw bij. Op dat moment werden juist de haantjes binnengebracht, maar niemand had nog zin. Binnen een halfuur tot een uur was iedereen verdwenen. Het vertrouwen in Martin Jansen was compleet weg. Normaal heeft die tour nog afgemaakt, maar Ben liep de laatste maand op zijn tandvlees. Het was echt dramatisch.’
==
Ben: ‘De tour was net afgelopen toen dat allemaal speelde. Ik raakte totaal in de put. Dacht bij mezelf: ik kap ermee.’
==
In die periode beleeft Ben zijn ‘officiële depressie’, zoals hij het zelf noemt. ‘De tour was net afgelopen toen dat allemaal speelde. Ik raakte totaal in de put. Liet de kop hangen. Dacht bij mezelf: ik kap ermee.’
Het management laat zelfs een persbericht uitgaan dat Normaal ermee stopt. Maar dat is volgens Ben voorbarig. Hij wil een adempauze om de zaken voor hemzelf eens goed op een rijtje te zetten. Om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat hij verder wil, maar dan wel in afgeslankte vorm. Minder optredens, minder hectiek. ‘Ik was helemaal overstuur. Het was de tweede keer dat we – financieel gezien – helemaal overnieuw moesten beginnen. Gelukkig heeft Dick van Berkum, onze volgende manager, alles weer goed op de rails weten te krijgen.’
Bij Martin Jansen komt de rechter er niet aan te pas. Hij schrikt zich als aandeelhouder wezenloos als Ben laat weten dat hij serieus overweegt te stoppen. De aandelen Normaal Achterhoek BV dreigen daarmee in één klap waardeloos te worden. Huidig manager Dick van Berkum neemt daarop het totale aandelenpakket over, inclusief dat van de bandleden.
Ben: ‘Uit die tijd stamt overigens mijn telefoonfobie. Ik kreeg toen op een gegeven moment een telefoontje van de bank. Dat ging over het overnamebedrag voor de aandelen. Er dreigde iets compleet mis te gaan. Sindsdien heb ik jarenlang de telefoon niet meer aangenomen. Nu, in het tijdperk van nummerherkenning, pak ik ’m weer op. Maar ik heb tot op de dag van vandaag een hekel aan telefoneren. Mensen liegen door de telefoon. Ze beloven je van alles, maar komen hun woorden vervolgens niet na. Als ik iets te bespreken heb met mensen, wil ik ze in de ogen kunnen kijken. Er zijn maar vijf mensen die mijn nummer hebben.’
==
Ben: ‘We hebben vertrouwen gehad in mensen die dat niet waard blijken te zijn. Dat leverde ons een enorm financieel debacle op.’
==
Wat Ben in de affaires met de managers nog het meeste raakt, is dat de band Normaal het slachtoffer wordt van mensen in wie ze een grenzeloos vertrouwen hadden. ‘Een vertrouwen in mensen die dat niet waard blijken te zijn. Tot tweemaal toe leverde ons dat een enorm financieel debacle op. En de tweede keer was ik er nog depressief bij ook.’
Al geeft hij toe dat hij ook de hand in eigen boezem moet steken. ‘Inderdaad, wij waren er zelf bij toen het gebeurde. Volwassen kerels die hun handtekening onder bepaalde documenten zetten. We zaten echter helemaal niet te wachten op al die zakelijke beslommeringen. Als we dan weer eens werden opgetrommeld en op kantoor moesten komen voor een vergadering, hadden we eigenlijk maar één zorg: hoe komen we hier zo snel mogelijk weer weg? Om dan vervolgens de kroeg in te duiken. Niettemin, we hebben deze managers carte blanche gegeven. Het is ook onze eigen stommiteit. Het heeft zo uit de hand kunnen lopen door een gebrek aan controle van onze kant. Ik besef drommels goed dat het ook een kwestie was van eigen schuld, dikke bult. Dan hadden we maar niet altijd zo snel mogelijk naar De Pröhs moeten gaan en zomaar dingen moeten ondertekenen. Er waren natuurlijk mensen die dat heel erg goed door hadden. En die hebben daar heel sluw misbruik van gemaakt.’
Manager Martin Jansen wil weinig over de zaak kwijt: ‘Behalve dan dat ik positief terugblik als “de goede oude tijd”. Voor mij was het een kwestie dat ik de aandelen uiteindelijk heb overgedragen aan Dick van Berkum. Verder heb ik er eigenlijk niet zoveel aan toe te voegen.’
Na ‘de affaire-Froeling’ volgt een tweede gang naar de rechter. Het loopt mis met Paul Kemper. De muzikale kwaliteiten van Kemper zijn onmiskenbaar, maar met name op het persoonlijke vlak botert het niet meer.
Het rommelt op dat moment volgens Ben al een tijdje binnen Normaal. De overige bandleden vinden dat er wel wat meer mag worden opgetreden. ‘Daarover was eind jaren negentig aardig wat onrust binnen de band. Maar mijn gezondheid liet dat gewoonweg niet toe.’
==
==
Op de terugweg van een optreden barst de bom. Op heftige wijze. In het bandbusje vinden verhitte discussies plaats. ‘Over recht op een uitkering. Over werken naast de band Normaal.’ Dan gaat het mis. ‘Paul heeft Fokke voor zijn kop geslagen. Ik heb toen een grote fout gemaakt. Ik had na dat incident meteen moeten zeggen: dit was het. Maar het credo “the show must go on” was zo heilig dat we toch verder zijn gegaan.’
Fokke: ‘Paul raakte me amper. Schampte mijn neus. Maar we hadden allemaal zoiets van: zoiets doe je niet binnen een band. Ik weet nog dat Willem, die voorin zat, over drie stoelen stormde en tussenbeide kwam. We hebben later samen nog opgetreden en er verder geen woorden meer aan vuil gemaakt.’
De klap komt keihard aan. En niet alleen bij Fokke. Ben: ‘Ik ben daar enorm verdrietig om geweest. We hebben het nog een jaar aangezien met Paul. Voor het begin van de volgende tour heb ik toen gezegd: “Wat er gebeurd is, kan absoluut niet. Ik eis van elk bandlid dat hij zijn uiterste best doet. Niet alleen muzikaal, maar ook om de sfeer binnen de band optimaal te houden.’ Ik dacht eerlijk gezegd dat Paul de eer wel aan zichzelf zou houden en zou opstappen, maar hij beloofde plechtig beterschap.”
De sfeer is dan volgens Ben definitief om zeep. ‘We hadden net al dat gedoe met Martin Jansen achter de rug. Ik had zoiets van: ik wil wel weer optreden, maar dan moet het wel leuk zijn. Nou, laat ik het zo zeggen: het was geen fijne veldtocht. Aan het einde van die tour zijn we gestopt met Paul. En toen begonnen dus de rechtszaken.’
De affaire vreet tot op de dag van vandaag zichtbaar aan Ben. ‘Die zaak heeft ongelooflijk veel negatieve energie gekost. Paul eiste een exorbitant bedrag. Dat had absoluut het einde betekend van Normaal.’ Ben houdt zijn duim en wijsvinger op indrukwekkende afstand van elkaar. ‘Zulke dikke dossiers kreeg ik aangeleverd. En die moest ik allemaal doorworstelen. Allemaal aantijgingen aan ons adres. En je bent verplicht ze allemaal te lezen want je moet ze immers tegenover de rechter weerleggen. Ik heb altijd vertrouwen gehad in een goede afloop. Al weet je het natuurlijk nooit. Je hebt te maken met rechters. Dat zijn soms net gewone mensen. En ik heb natuurlijk wel een bepaalde reputatie. Ik ben ooit tweemaal op de bon geslingerd wegens drankrijden. In ’79 en ’83. Dat waren niet eens torenhoge promillages, maar ja, daardoor kunnen rechters wel vooroordelen over je hebben. Uiteindelijk is alles goed gekomen. Paul heeft nog niet in het kleinste detail gelijk gekregen.’
==
Willem: ‘Uit rechtszaken komen nooit winnaars tevoorschijn. En als je dan al een paar centen krijgt, dan gaan die allemaal op aan proceskosten.’
==
De ruzie met het ex-bandlid is onbetwist een van de dieptepunten in de historie van Normaal. Ook bassist Willem dient in de rechtszaal op te komen draven: ‘Een enorme kloteperiode. Ik werd ook als getuige opgeroepen. En ik wérd me daar toch een partij doorgezaagd door die advocaat van Paul, niet te geloven. Uit rechtszaken komen nooit winnaars tevoorschijn. En als je dan als winnaar al een paar centen krijgt, dan gaan die allemaal op aan proceskosten.’
Ben beaamt dat: ‘Dat ik die rechtszaak van Paul heb gewonnen, daar heb ik geen moment plezier aan beleefd. Doodzonde van alle tijd en energie. Van hem én van mij. Het heeft hem zes jaar van zijn leven gekost. En verschrikkelijk veel geld. Ook ons kostte het klauwen met geld. Want als je wint krijg je slechts een fractie van de gemaakte kosten terug.’
Ben is echter de eerste die zich bereid toont de vredespijp te roken. ‘En waarom niet? Waarom zou je – ook als je ooit samen problemen hebt gehad – na verloop van tijd niet meer met elkaar om kunnen gaan? Ik weet niet hoe Paul erover denkt, maar als ik hem tegen zou komen, zou ik hem gewoon een hand geven.’
Paul is stomverbaasd als hij dit hoort, maar toont zich vooral aangenaam verrast. ‘Goh, dat vind ik mooi. En ik zal ook zéker zijn hand aanvaarden. Met die hele rechts-zaak ben ik intussen helemaal klaar.’
‘Nadat in 1996 de aandelen overgingen zou ik zeventig procent van mijn salaris in moeten leveren. Daarop maakte ik de fout niet het probleem met de jongens zelf uit te praten, maar dat ik mijn licht heb opgestoken bij adviseurs. Tja, en toen is het hele balletje gaan rollen. Ik meende toen dat ik recht had op dat geld. We zaten vervolgens met twee partijen die een standpunt hadden waar ze geheel ter goeder trouw achter stonden. Achteraf vind ik dat de zaken – na de aandelenovername – niet goed op papier zijn gezet.’
‘Inderdaad, ik heb Fokke toen voor zijn kop geslagen. Er waren op dat moment spanningen binnen de band. Samen met Ben, Willem en Martin Jansen was ik aandeelhouder, de rest van de bandleden niet. Die wilden dus wel vaker optreden. Op de terugweg van een optreden werd daarover gediscussieerd. Waarop ik suggereerde dat Fokke eventueel maar drumlessen moest gaan geven. We hadden op dat moment al aardig ingenomen en de gemoederen liepen behoorlijk op. De volgende dag heb ik Fokke gebeld en mijn excuses aangeboden. Zelf zat ik er behoorlijk mee in mijn maag, maar hij tilde er niet zo zwaar aan. Zei dat zoiets zelfs bij de Stones voorkwam. Charlie Watts die Mick Jagger voor zijn kop zou hebben geslagen. ’s Middags stonden Fokke en ik alweer kleiduiven te schieten. Achteraf sloeg – in letterlijke zin los van die klap dan – het helemaal nergens op wat ik heb gedaan.’
Paul weigert de rest van zijn leven met rancune te leven richting Normaal. Daarvoor is die tijd hem veel te dierbaar. ‘Dat conflict is toen enorm opgeblazen. Ik hoorde zelfs dat ik Ben wel wat aan had willen doen. Absolute kolder. Wanneer we direct met elkaar rond de tafel waren gaan zitten, hadden we het uitgepraat en na afloop waarschijnlijk samen een biertje gedronken. Maar nu liep het totaal uit de hand. Eigenlijk een logisch gevolg zodra advocaten zich ermee gaan bemoeien. Op een gegeven moment wist ik zelf niet eens meer waar het over ging. We zaten totaal op het verkeerde spoor. Na de rechtszaak heb ik helemaal afstand genomen van die zaak. Heb alle papieren weggegooid. Maar ook mentaal ben ik er klaar mee. Want ondanks alles, Normaal is en blijft het belangrijkste hoofdstuk in mijn muzikale geschiedenis. En vooral: een belangrijk deel van mijn leven. En als ik Ben nu tegenkom, zal ik ’m zeker een hand geven.’
==
==
Het huidige management
==
Normaal heeft een roerige geschiedenis als het gaat om managers. Dick van Berkum heeft nu al vijftien jaar de zakelijke leiding in handen en is daarmee de manager met de langste staat van dienst. Waar zijn voorgangers flamboyante figuren zijn die zelf ook regelmatig in de schijnwerpers staan, is accountant Van Berkum iemand die zich liever op de achtergrond houdt.
Onder zijn leiding verandert er veel binnen Normaal. Zo wordt onder meer de gang naar het theater gemaakt.
Van Berkum erkent dat het er de laatste jaren niet meer zo onstuimig aan toegaat. Volgens hem heeft dat wellicht te maken met de diverse fases in het leven van de bandleden. ‘Ben had medio jaren negentig vooral behoefte aan rust in zijn hoofd. Bijvoorbeeld als het gaat om het aantal optredens. Door het vorige management werd Ben echter regelmatig overruled. Maar ook zocht Ben in die tijd nadrukkelijk ruimte om zich muzikaal te ontplooien. Bovendien wilde hij financieel rust in de tent.’
==
==
Normaal staat op ploffen wanneer Van Berkum wordt benaderd. ‘Ik vond het heel eervol. Al pretendeer ik overigens nog steeds niet dat ik een onderdeel ben van Normaal. Ik vond op dat moment echter dat het instituut Normaal niet op mocht houden te bestaan. Niet voor de Achterhoek, maar ook niet voor de rest van Nederland. Daar lag mijn grote uitdaging.’
Er heerst in die jaren grote onrust binnen de band. ‘Mijns inziens kwam dat voor een groot deel door de constructie: er waren op dat moment vier aandeelhouders, de overige twee bandleden waren in loondienst. Ik heb het echter altijd merkwaardig gevonden dat Ben – als gezicht van de band – evenveel verdiende als de overige aandeelhouders.’
Er ontstaan strubbelingen wanneer Ben meldt dat hij minder vaak wil optreden. ‘Toenmalig manager Martin Jansen had zelfs plannen om met een aantal bandleden een tweede Normaal op te zetten. Maar dan met een andere voorman. Willem zou het nieuwe gezicht moeten worden. Dat was nog voor De Knasters en Van de Straat (bands met diverse Normaal-leden, maar zonder Ben, red.). Uiteindelijk is dat plan nooit uitgewerkt. Hoe Ben daarop reageerde toen hij het later hoorde? Hij haalde zijn schouders erover op. Als ze dat dan wilden, dan moesten ze dat maar doen, vond hij. Ik heb echter altijd gehandeld vanuit de gedachte dat Normaal zonder Ben nu eenmaal onmogelijk is.’
Er wordt een andere constructie in het leven geroepen. De bandleden worden vanaf die tijd per optreden betaald. Voor Ben geldt een andere status als voorman en creatief leider van Normaal. ‘Misschien heb ik inderdaad het bandgevoel wel weggehaald,’ zegt Van Berkum. ‘Ik durf heus wel kritisch naar mezelf te kijken. Wat dat betreft kan ik me de frustraties bij Paul Kemper ook wel voorstellen. Hij moest door de nieuwe werkwijze inderdaad drastisch inleveren. En “Paul was Normaal”. Daar is geen twijfel over mogelijk. Na het beruchte incident in de bandbus (het handgemeen met Fokke, red.) heb ik echter gezegd: “Jullie verdienen voortaan allen hetzelfde.” In een vergadering is dat vervolgens aan de orde gesteld. Paul zei toen: “Normaal is alles voor mij, ik doe mee.” Maar later liep de samenwerking toch spaak.
Nu is zakelijk alles anders geregeld. In zekere zin is Normaal gewoon Ben met een begeleidingsband. Dat is al vele jaren zo. En zo heb ik ook altijd gehandeld. Misschien was dat voor anderen een probleem. Maar met dank aan oudgedienden als Ferdi en nieuwe mensen die erbij kwamen als Tessa, Roel en Jan Wilm, is het wel zo dat de sfeer binnen de band de laatste jaren enorm is verbeterd.’
==
==